What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Uitleg bron H: werkwoorden op -er
Werkwoorden op -er
Kijk mee op blz. 84 en 85 van je boek
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoorden op -er
Kijk mee op blz. 84 en 85 van je boek
Slide 1 - Slide
Werkwoord op -er vervoegen in 3 stappen
Stap 1: heel ww
Stap 2: -er eraf (= stam)
Stap 3: uitgang erbij
Vertaling
donner
donn
je donn
e
ik geef
tu donn
es
jij geeft
il/elle/on donn
e
hij/zij geeft /
wij geven
nous donn
ons
wij geven
vous donn
ez
u geeft / jullie geven
ils/elles donn
ent
zij geven
Slide 2 - Slide
Het onderwerp vervangen
Je kunt het onderwerp (personen en dingen) vervangen door
il, elle, ils
en
elles:
Onderwerpen in
mannelijk enkelvoud
door
il
Onderwerpen in het
vrouwelijk enkelvoud
door
elle
Onderwerpen in het
mannelijk meervoud
door
ils
Onderwerpen in het
vrouwelijk meervoud
door
elles
Onderwerpen
zowel mannelijk als vrouwelijk meervoud = ils
Slide 3 - Slide
Onderwerp in
mann. enk.
vervangen door
il
Paul
est français.
Il
habite à Paris.
Paul
is Frans.
Hij
woont in Parijs.
Le T-shirt
est bleu.
Il
est nouveau.
Het T-shirt
is blauw.
Het
is nieuw.
Slide 4 - Slide
Onderwerp in
vrouw. enk.
vervangen door
elle
Marion
est néerlandaise.
Elle
habite à Lelystad.
Marion
is Nederlandse.
Zij
woont in Lelystad.
La maison
est belle.
Elle
est très grande.
Het huis
is mooi.
Het
is erg groot.
Slide 5 - Slide
Onderwerp in
mmv
vervangen door
ils
Paul et Jack
sont au cinéma.
Ils
regardent un film.
Paul en Jack
zijn in de bioscoop.
Zij
kijken een film.
Les vêtements
sont vieux. -->
Ils
sont vieux.
De kleding(stukken)
zijn oud. -->
Zij
zijn oud.
Slide 6 - Slide
Onderwerp in
vmv
vervangen door
elles
Marion et Laura
sont à la piscine.
Elles
nagent.
Marion et Laura
zijn naar het zwembad.
Zij
zwemmen.
Les chaussures
sont belles. -->
Elles
sont belles.
De schoenen
zijn mooi. -->
Zij
zijn mooi.
Slide 7 - Slide
Onderwerp in
zowel mmv als vmv
vervangen door
ils
Paul et Pauline
habitent à Paris. -->
Ils
habitent à Paris.
Paul en Pauline
wonen in Paris. -->
Zij
wonen in Parijs.
Slide 8 - Slide
elle ... (aider)
A
aide
B
aides
C
aidons
D
aidez
Slide 9 - Quiz
ils ... (rencontrer)
A
rencontre
B
rencontres
C
rencontrez
D
rencontrent
Slide 10 - Quiz
tu ... (jouer) à la console
A
jouer
B
joue
C
joues
D
jouez
Slide 11 - Quiz
vous (demander)
A
demande
B
demandez
C
demandes
D
demandons
Slide 12 - Quiz
Claire va en ville.
A
Il va en ville.
B
Elle va en ville.
C
Ils va en ville.
D
Elles va en ville.
Slide 13 - Quiz
Tom et Teun sont néerlandais.
A
Il sont néerlandais.
B
Elle sont néerlandais.
C
Ils sont néerlandais.
D
Elles sont néerlandais.
Slide 14 - Quiz
More lessons like this
Werkwoorden op -ER klas 2 2021
November 2023
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Herhaling etre avoir
March 2024
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Chapitre 1 1HV H pers vmw + avoir + être
May 2024
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
FA trede 2.3: Herhaling être
November 2023
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
1.1 - Voorzetsels / Kleuren / Vervanging van het onderwerp
May 2022
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Onderwerp vervangen in het Frans
March 2021
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Onderwerp vervangen in het Frans
January 2023
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Regelmatige werkwoorden op -er en onderwerp vervangen
May 2024
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2