1.1 introductie, De Levensloop en Het Socialisitatieproces

Maas College

Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen
Blok 1. Week 1.


- Younes Bouallala
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Maas College

Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen
Blok 1. Week 1.


- Younes Bouallala

Slide 1 - Slide

Wie ben ik?
  • Younes Bouallala (31 jaar). 
  • Tilburg. 
  • Fontys Lerarenopleiding 1 jaar


De studenten helpen zich te ontwikkelen en binnen 15 maanden het behalen van de diploma.

Slide 2 - Slide

Wat is in jouw ogen de ideale leraar?

Slide 3 - Open question

Wie ben jij, wat kom je doen, wat kom je halen en wat kom je brengen?

Slide 4 - Open question

De opleiding PBSD
  1. 5 Blokken van 10 weken;
  2. 50 dagen check
  3. 1 x p/w beroepsgerichte leervak;
  4. 16u per week stage;
  5. Generieke vakken; zelfstudie;
  6. Studieloopbaan gesprekken.

Slide 5 - Slide

Denk je dat je de opleiding binnen 15 maanden kan afronden?
Ja, peace of cake
Nee, heb het naast studie best druk met andere dingen.

Slide 6 - Poll

Persoonlijk Begeleider van Specifieke Doelgroepen

Slide 7 - Mind map

Slide 8 - Video

Levensloop van de mens
  1. Sociale wetenschappen;
  2. Ontwikkelingsaspecten
  3. Levensloop
  4. Verwerkingsopdracht
  5. Project


Slide 9 - Slide

Sociale wetenschappen
Psychologie: Onderzoekt het gedrag en de ontwikkeling van de gezonde mens. Psychologen bestuderen hoe mensen denken, voelen en handelen. 
Sociologie: Kijkt naar de manier waarop mensen met elkaar omgaan en elkaar beïnvloeden. Sociologen onderzoeken patronen in de maatschappij en de effecten daarvan op het individu.
Psychiatrie: Behoort tot de geneeskunde en houdt zich bezig met diagnose en behandeling van psychische, emotionele en gedragsstoornissen.
Pedagogiek: Houdt zich bezig met de invloed van de opvoeding op de ontwikkeling.
Orthopedagogiek: Onderzoekt stoornissen in de normale ontwikkeling

Slide 10 - Slide

Welke wetenschap vind je interessant en waarom?

Slide 11 - Open question

Ontwikkelingsaspecten
Lichamelijke ontwikkeling: Hoe je lichaam groeit en hoe je het gezond houdt.
Motorische ontwikkeling: Alles met beweging en gebruiken van je zintuigen.
Cognitieve ontwikkeling: Waarop mensen leren, denken en begrijpen. Je brein.
Sociaal-emotionele ontwikkeling: Dit aspect gaat over gevoelsleven en sociale omgang
Seksuele ontwikkeling: Dit gaat over lustbevrediging en seksuele gevoelens. Tot de puberteit: sensuele ontwikkeling.

Slide 12 - Slide

Op welke aspect zou jij je nog verder willen ontwikkelen (Lichamelijke-, Motorische-, Cognitieve- , Sociaal-emotionele -,
Seksuele ontwikkeling) en waarom?

Slide 13 - Open question

Waar denk jij aan als je denkt aan de levensloop van de mens?

Slide 14 - Open question

Baby 
0-1 jaar
  • Slaap (lichamelijk) - groei en hersenen te ontwikkelen, lauwe, rustige omgeving. 
  •  Eigen kracht (motorisch) - Spieren nauwelijks ontwikkeld, hoofd goed ondersteunen, motoriek ontwikkeld zich van boven naar beneden.
  • Neurologische verbindingen (cognitief) - structuur = assimilatie en accommodatie
  • Hechting (sociaal-emotioneel) - eenkennigheidsfase - alleen contact met de persoon die dichtbij staan.

Slide 15 - Slide

De dreumes 
1 tot 2 jaar
  • Zintuigen ontwikkelingsfase (lichamelijk)
  • Exploratiedrang (motorisch) – rond één eerste stapjes
  • Toepassen (cognitief) – sensomotorische ontwikkeling - wisselwerking tussen zintuigen, zichzelf onderscheiden van de wereld
  • Imitatie (sociaal-emotioneel) - Doet gedrag van omgeving na. 
  • Het eigen geslacht (sensueel) - Ontdekt zijn eigen geslacht

Slide 16 - Slide

De peuter 
2 tot 4 jaar
  • Puppywet (lichamelijk) - gezonde eetpatronen aanleren
  • Beweeglijk lijf (motorisch) – grove motoriek, puzzeltjes, blokken
  • Differentiatiefase – uiten van gevoel d.m.v. taal
  • Magisch denken - Magie en monsters
  • Middelpunt (sociaal-emotioneel) koppigheidsfase - 2 is nee! En niet kunnen delen
  • Anale fase- zindelijkheidstraining

Slide 17 - Slide

Het jonge schoolkind 
4 tot 8 jaar 
  • Spieren en lengte (lichamelijk)  – gevoelige periode obesitas, tandjes 
  • Moeite met stilzitten (motorisch) - veel energie
  • Intuïtief (cognitief) – egocentrisch (eigen denken staat centraal)
  • Vriendschappen (sociaal-emotioneel) - Imitatie door intensieve vriendschappen. Lekker stout - regels overtreden
  • Vieze woorden vinden ze spannend (sensuele ontwikkeling) 

Slide 18 - Slide

Het oude schoolkind 
8 tot 12 jaar
  • Harmonieus (lichamelijk)  – volgroeien, verschil meisje en jongen, jongens krijgen meer spieren
  • Prepuberteit – hormoonbom! Wisselende emoties.
  • Motoriek – Kind kan nauwkeurig werken. 
  • Abstract denken (cognitief) - voorstellingsvermogen
  • Identificatie (sociaal emotioneel) - Meer privacy
  • Lichamelijk sensueel – fysiek contact

Slide 19 - Slide

Puber 
12 tot 17 jaar
  • Veranderend lijf (lichamelijk) – groeispurt, menstruatie, veel slapen
  • Pubertaken – eigen identiteit, expirimenteren, op eigen benen en ergens bij willen horen (sociaal-emotioneel)
  • Puberbrein (cognitief) – heeft het gevoel dat hij alles begrijpt, beter lange termijn geheugen, slecht in plannen

  • Serieus en nerveus  - verliefd

Slide 20 - Slide

De adolescent 
17 tot 23 jaar
  • Superlijf (lichamelijk) spierkracht, uithoudingsvermogen, slaapschuld 
  • Efficiënter brein (cognitief) – minder zwart/wit denken wel eigen gelijk
  • Identiteitsontwikkeling (sociaal-emotioneel) – Ook problemen wantrouwen, onzekerheid
  • De invloed van trauma’s - gevoelige fase, terugdenken aan het verleden.
  • Intimiteit en opzoek naar een partner

Slide 21 - Slide

De volwassenen 
23 tot 50 jaar
  • Volwassen gedrag – verantwoordelijk, rekening houden met een ander
  • Kracht (lichamelijk) – Na dertig minder spiermassa
  • Topprestaties (cognitief) – Doelen in het leven
  • Stabiliteit en storm – Vaste relatie, kinderen, maar ook schulden
  • Spitsuur van het leven – Veel zaken combineren! Stress

Slide 22 - Slide

De jongere oudere 
50 tot 70 jaar
Achteruitgang (lichamelijk) -  Slijtage van de gewrichten, kunnen klachten ontstaan pijnlijke knieën, heupen en ruggenwervels. Artrose. Gezichtsvermogen wordt minder
Meno en penopauze - De vrouw de maakt minder oestrogeen  menstruatie stopt.  De man neemt het testosteronpeil verder af.
Levensevaluatie (sociaal-emotioneel) - terugblik en reflecteren
Einde loopbaan afscheid van baan

Slide 23 - Slide

De oudere: 
70 jaar en ouder
Zichtbare veroudering (lichamelijk) - Rimpels, lijf wordt stijver.
Afnemende hersencapaciteit (cognitief) - vergeetachtigheid
Nieuwe rollen (sociaal-emotioneel) – meer tijd, hobby’s
Afscheid en intimiteit

Slide 24 - Slide

In welke levensfase zit jij nu en hoe ziet deze eruit?

Slide 25 - Open question

Met welke doelgroep/levensfase zou jij willen werken? Waarom?

Slide 26 - Open question

Het socialisatieproces
Het proces waarbij iemand, bewust en onbewust, de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd.

Slide 27 - Slide

Socialisatie begrippen
Waarden: Zaken die we binnen een cultuur belangrijk vinden
Normen: Regels die voortkomen uit de waarden
Aangeboren v.s. aangeleerd
Kind eerst identificeren en later internaliseren (proces regels eigen gemaakt en onderdeel van de persoon zelf)
Cultuur geheel aan waarden en normen dat mensen aan elkaar overdragen

Slide 28 - Slide

Wat is voor jou een belangrijke waarde en welke norm hoort hier dan bij?

Slide 29 - Open question

Aspecten die horen bij socialisering
Primaire socialisering - Normen en waarden van de ouders en op school.
Secundaire socialisering - Verenigingen, sportschool, je sluit je aan bij een groep waar jij je prettig bij voelt.
Geslacht specifieke socialisering - rolpatronen andere normen en waarden hanteert voor jongens dan voor meisjes
Milieuspecifieke socialisering - welke leefomstandigheden bij een gezin, huisvesting, levensstijl etc.

Slide 30 - Slide

Welke knelpunten kunnen het socialisatieproces beïnvloeden
Het socialisatieproces verloopt niet altijd vanzelf. Er zijn factoren die het beïnvloeden: identiteit, macht, nut en acceptatie.

Identiteit (Pas ik wel bij de groep? Identiteit?)
Macht (Bij wie kan ik wat voor elkaar krijgen? wie bepaalt de regels)
Nut (Wat voor nut heeft het om bij een groep horen?)
Acceptatie (Wat kan ik doen om erbij te horen?)

Slide 31 - Slide

Vertel in eigen woorden wat een multiculturele samenleving is.

Slide 32 - Open question

Bijzondere levensgebeurtenissen
Invloed hoe de persoon zich ontwikkelt als individu
  • Scheiden
  • Seksueel misbruik
  • Vluchten
  • Ziekte

Slide 33 - Slide

Welke levensgebeurtenis heeft effect gehad op jouw ontwikkeling?

Slide 34 - Open question

Socialiseren is niet aan te leren
Een individu kan alles leren zolang hij het maar wil
Nee, socialiseren is niet aan te leren.

Slide 35 - Poll

Wat voor invloed heeft digitale media op jullie? Noem 1 voordeel en 1 nadeel.

Slide 36 - Open question

Verwerkingsopdracht
  • Opdracht 3 Het socialisatieproces
  • Opdracht 4 Socialisatie en termen

Slide 37 - Slide

10-weken project - Week 1 inspiratiefase
  • In deze fase begint het project en ga je als eerste deze studentenhandleiding en de projectomschrijving lezen, zodat je goed begrijpt wat het project inhoudt en wat er van je wordt verwacht.
  • Daarna vorm je een projectgroep met medestudenten. De docent zal aangeven uit hoeveel personen een groepje bestaat. Vervolgens stellen jullie met elkaar een samenwerkingsovereenkomst op (zie bijlage 9.1) en ondertekenen jullie deze.

Slide 38 - Slide

BPV-opdracht
  1. Lees de handleiding van BPV (individueel of groepjes van 2)
  2. Schrijf voor jezelf vragen op als je die hebt
  3. Denk alvast welke punten je wil ontwikkelen, met welke doelgroep je wil werken
  4. Solliciteer deze week nog bij 5 organisaties!
  5. Contactgegevens van je begeleider van BPV overhandigen aan de docent 

Slide 39 - Slide

Wat vond je van de les?

Slide 40 - Open question

Volgende week:

Stage gevonden, geef het door aan de docent!

Lezen studentenreader PBSD - Jaaragenda.

Slide 41 - Slide