SpreekwoordEen spreekwoord is onveranderlijk.
Je gebruikt dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde.
Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag.
Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is). Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld.
Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’