Les 17: spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes

Les 17: 
Figuurlijk taalgebruik

Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes
1 / 49
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Les 17: 
Figuurlijk taalgebruik

Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes

Slide 1 - Slide

Even een opwarmertje...

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Welk spreekwoord gebruik jij wel eens?

Slide 4 - Open question

Misschien heb je helemaal geen spreekwoord opgeschreven bij de vorige vraag, want een spreekwoord is niet hetzelfde als een uitdrukkig of gezegde. Zie hier het verschil:

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Eens kijken wat je onthouden hebt...

Sleep de kenmerken op de volgende slide naar het juiste begrip.

Slide 7 - Slide

Spreekwoord
Uitdrukking
Gezegde
Algemene 
levenswijsheid
Altijd een zinsdeel
Geen werkwoord
Vaste verbinding van woorden
Onveranderlijk
aangepaste formulering
O en PV
kunnen aangepast worden

Slide 8 - Drag question

Dat was de theorie, maar kan je ze nu ook herkennen?
Quizzen maar...
(Je mag het groene kader in je boek gebruiken p.214.)

Slide 9 - Slide

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Jong geleerd, is oud gedaan."
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 10 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Het loont de moeite."
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 11 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Met man en macht"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 12 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"van jetje geven"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 13 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Joost mag het weten."
A
Spreekwoord
B
uitdrukking
C
Gezegde

Slide 14 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Het gelag betalen"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 15 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"beter laat dan nooit"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 16 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Tot in de kleine uurtjes"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 17 - Quiz

Weet je nog met welk 'spreekwoord' je zelf begonnen was? Noteer het hieronder nog eens opnieuw en noteer tussen haakjes of het een spreekwoord, een uitdrukking of gezegde is.

Slide 18 - Open question

Maak nu opdracht 3 op p.214-215 in je werkboek.

- Om welk voorbeeld van figuurlijk taalgebruik gaat het?
- Welke informatie geven de woordenboeken?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Spreekwoorden en uitdrukkingen zoek je in het woordenboek op op het eerste trefwoord.

Slide 24 - Slide

Bijvoorbeeld:
"Honger maakt rauwe bonen zoet"--> trefwoord = honger
"Het loopt de spuigaten uit." --> trefwoord = spuigaten

Slide 25 - Slide

Ga naar het online spreekwoordenboek door op de link op de volgende slide te klikken. 
1) Zoek de betekenis op van de gevraagde spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes.
2) Vermeld tussen haakjes of het een spreekwoord (S), uitdrukking (U) of gezegde (G) is.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Opdracht 4 p.216
Kies het spreekwoord, het gezegde of de uitdrukking om de zinnen aan te vullen.

Slide 28 - Slide

Carry ... door heel wat kritische vragen te stellen over Fatwa's plan om te verhuizen naar het buitenland.
Het zijn moeilijke tijden voor mijn ouders, maar ik zal hen ... blijven steunen.
Iedereen levert commentaar op het beleid van de directeur, maar zelf voeren ze niets uit. ....
Ze doet alsof ze ... is als het op roken aankomt, maar ik betrapte haar al eens met een sigaret.
Marine gaat net als haar moeder verpleegkunde studeren. ...
Louise zegt dat ze thuis altijd van alles de schuld krijgt. Ze is ... .
De CEO kreeg heel wat kritiek nadat hij zijn nieuwe bedrijfsplan introduceerde. ...
Nathalie kent geen grenzen: een nieuwe smartphone, kleding en handtassen. Zij ... .
De aannemer werkte ... om het huis tijdig afgewerkt te krijgen.
Jaren na het voorval vertelde Bram de waarheid... .
advocaat van de duivel spelen
Nu komt de aap uit de mouw.
De appel valt niet ver van de boom.
een gat in zijn hand hebben
De beste stuurlui staan aan wal.
Hoge bomen vangen veel wind.
het zwarte schaap
met man en macht
een heilig boontje
door dik en dun

Slide 29 - Drag question

Opdracht 4 p.216
Duid aan of het om spreekwoord, gezegde of uitdrukking gaat.

Slide 30 - Slide

1. De appel valt niet ver van de boom.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 31 - Quiz

2. een gat in zijn hand hebben
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 32 - Quiz

3. De beste stuurlui staan aan wal.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 33 - Quiz

4. Nu komt de aap uit de mouw.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 34 - Quiz

5. door dik en dun
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 35 - Quiz

6. Hoge bomen vangen veel wind.
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 36 - Quiz

7. advocaat van de duivel spelen
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 37 - Quiz

8. met man en macht
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 38 - Quiz

9. het zwarte schaap
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 39 - Quiz

10. een heilig boontje
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 40 - Quiz

Zoek een leuk spreekwoord, een gezegde of een uitdrukking op en probeer het uit te beelden. Maak een foto van het resultaat en post het op de volgende slide.

Slide 41 - Slide

Upload je foto hier.

Slide 42 - Open question

Kijk even naar volgend filmpje...

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Figuurlijk taalgebruik
S, U en G zijn ook voorbeelden van figuurlijk taalgebruik. 
De muizen dansen ook niet echt op tafel als de kat van huis is.

Slide 45 - Slide

Creatief met taal
Door te spelen met de letterlijke en figuurlijke betekenis kan je soms een grappig effect creëren zoals in de video.

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Video

Ga nu zelf aan de slag met oefening 5 op p.217.
1) Zoek bij de afbeeldingen in een (online)woordenboek het bijhorende spreekwoord, de uitdrukking of het gezegde waarin dit woord voorkomt.
2) Kruis aan of het om een S, U of G gaat.

Slide 48 - Slide

Veel succes!

Slide 49 - Slide