This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Grammatica woordsoorten
zelfstandig werkwoord, hulpwerkwoord en koppelwerkwoord
Slide 1 - Slide
Huiswerk nakijken
Maak opdracht 1 t/m 5 vanaf blz. 95 (h3 spelling).
Slide 2 - Slide
Lesdoel
Aan het einde van de les...
- ... herken je zelfstandig, hulp- en koppelwerkwoord
- ... kan je deze drie soorten werkwoorden benoemen in een zin
Slide 3 - Slide
Zelfstandig werkwoord
- Geeft een handeling aan (dus je DOET iets)
- Staat altijd in een zin met een WG
- Kan wel zelfstandig voorkomen
(voorbeeld: ik fiets; hier hoeft niet per se meer iets bij)
Koppelwerkwoord
- Geeft géén handeling aan (je BENT iets)
- Staat altijd in een zin met een NG
- Kan nooit zelfstandig voorkomen, dus er moet altijd een naamwoordelijk deel bij! (voorbeeld: hij is aardig; als aardig ontbreekt staat er geen correcte zin meer)
Slide 4 - Slide
Overeenkomst zww en kww
Ze zijn allebei het belangrijkste werkwoord uit de zin! Hierbij worden ze (vaak) ondersteund door hulpwerkwoorden.
Slide 5 - Slide
Een zww en een kww kunnen dus nooit in dezelfde zin voorkomen.