4.1 Waarnemen

Hoofdstuk 4 Waarnemen en Reageren
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 Waarnemen en Reageren

Slide 1 - Slide

Vandaag
Begin H4: 
vandaag heel paragraaf 4.1 

SE toets in de toetsweek. 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Boek blz. 8 
samen vraag 2

Slide 3 - Slide

Prikkel-zintuig
Prikkels= waar een zintuig op reageert
    Inwendige prikkels: in je lichaam
    Uitwendige prikkels: buiten je lichaam

Elk zintuig reageert op één soort prikkel= de adequate prikkel

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.

In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls

Slide 6 - Slide

Zintuig-hersenen
Een zintuig zet een prikkel om in een zwak elektrisch stroompje = impuls

Impuls gaat via de zenuwen, via het ruggenmerg, naar de hersenen





Slide 7 - Slide

Lezen blz 11. 
Maak 4, 6, 7, 9, 10
max 10 minuten daarna verder

Prikkel-> Zintuigcellen in je oog-> 
Impuls-> Hersenen->
  Impuls-> armspier 

Slide 8 - Slide

Worden alle prikkels doorgegeven?
(blz 13)
Drempelwaarde: de minimale sterkte van een prikkel waar een zintuig op reageert
   (bijv. iemand die te ver weg praat, hoor je niet)
Motivatie: door heel aandachtig te luisteren verlaag je de drempelwaarde

Gewenning: als een prikkel lang duurt, dan reageert 
een zintuig niet meer (bijv. je voelt niet je kleding de 
hele dag)

Slide 9 - Slide

Nu pak je laptop voor lessonup 
huiswerk
-Lees paragraaf 4.1 helemaal
-Maak de opdrachten: 4, 6, 7, 9, 10, 12, 14, 15, 16, 17

Controle!!

Slide 10 - Slide

Wat voor prikkels zijn dorst en geluid?
A
Dorst een inwendige en geluid een uitwendige
B
Dorst een uitwendige en geluid een inwendige
C
Beide zijn inwendige prikkels
D
Beide zijn uitwendige prikkels

Slide 11 - Quiz

Wanneer wordt je pupil groter?
A
In het donker
B
In het licht
C
Als je iets dichtbij scherp wilt zien
D
Als je iets veraf scherp wilt zien

Slide 12 - Quiz

Welk onderdeel van je oog kan verschillende kleuren hebben:
A
Oogbol.
B
Hoornvlies.
C
Iris.
D
Pupil.

Slide 13 - Quiz

In de tekening hiernaast zie je een doorsnede van een oog.
De onderdelen van het oog zijn genummerd.
Hoe heet nummer 6?
A
Glasachtig lichaam
B
Iris
C
Pupil
D
Lens

Slide 14 - Quiz

Zet in de juiste volgorde!
hersenen
zenuw
impuls
zintuig
prikkel
waarneming

Slide 15 - Drag question

Wat is een reflex?
A
Als er altijd dezelfde reactie volg op een bepaalde prikkel
B
Na verloop van tijd volgt er geen reactie op een bepaalde prikkel
C
Een stapeling van prikkels waar je een vaste reactie op hebt

Slide 16 - Quiz

Hoe noemen we de groep waar de volgende stoffen bij horen:
adrenaline, oestrogeen, glucagon

A
Prikkels
B
Impulsen
C
Voedingsstoffen
D
Hormonen

Slide 17 - Quiz

Testosteron is het mannelijk geslachtshormoon. Door welke hormoonklier wordt testosteron gemaakt?

A
Penis
B
Eierstokken
C
Hypofyse
D
Zaadballen

Slide 18 - Quiz

Zintuigen
  • Zien
  • Proeven
  • Ruiken
  • Horen
  • Voelen
  1. Warmtezintuig
  2. Koudezintuig
  3. Tastzintuig
  4. Pijnzintuig

Slide 19 - Slide

Heeft de neus van een hond een hogere of een lagere drempelwaarde dan jouw neus?
A
Hij is gevoeliger dus een hogere drempelwaarde
B
Hij is minder gevoelig dus een hoger drempelwaarde
C
Hij is gevoeliger dus een lagere drempelwaarde
D
Hij is minder gevoelig dus een lagere drempelwaarde

Slide 20 - Quiz

Als je in deze flat woont, hoor je het verkeer op een gegeven moment niet meer. Hoe komt dat?
A
Drempelwaarde is te hoog
B
Er ontstaat gewenning
C
Motivatie om het te horen is te laag
D
Zintuig wordt slechter

Slide 21 - Quiz

Zet in de juiste volgorde!
hersenen
zenuw
impuls
zintuig
prikkel
waarneming

Slide 22 - Drag question

Verdieping Zintuigen
Verdieping Zintuigen

Slide 23 - Slide