Werkwoorden -er th1

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Lundi 10-02-2025

Boek, etui, schrift en laptop

Programme

• Expliquer grammaire
•  Faire: Ex  8a t/m 8f
  
• Blooket
• oefen op www.verbuga.eu met de werkwoorden  op -er 

         
          

Werkwoorden op -er

- Werkwoorden -> Iets wat je doet

- De meeste werkwoorden eindigen in het Frans op -er

- Regelmatig! Kun je er één vervoegen? Dan kun je ze allemaal vervoegen!

Wat zijn regelmatige werkwoorden?

Regelmatige werkwoorden zijn werkwoorden die volgens een vaste regel vervoegd worden in alle personen en tijden.

Leerdoelen:

Ik kan de regelmatige werkwoorden op -er gebruiken

Ik kan zelf zinnen maken met een werkwoord op -er

werkwoorden op er

parler

habiter

trouver

adorer

aimer

......er

2. AVOIR = ...........

1. Kies een werkwoord op -er

2. Hak -er eraf

3. Kies de juiste uitgang..... c'est tout!

 Stappenplan ww op -er vervoegen

Vervoegen van werkwoorden:

	uitgang	parler
Je	-e	Je parl e
Tu	-es	Tu parl es
Il/elle/on	-e	Il/elle/on parl e
Nous	-ons	nous parl ons
Vous	-ez	vous parl ez
Ils/elles	-ent	Ils/elles parl ent

	uitgang	entraîner
Je	-e
Tu	-es
Il/elle/on	-e
Nous	-ons
Vous	-ez
Ils/elles	-ent

uitgang

ww op -er

Kies een ww: chanter, imaginer, aimer, organiser

Faites attention!

1. Staat er een naam of een ding (enkelvoud)? -> Uitgang is -e

Hugo mangE une pomme / Le train arrivE à dix heure

2. Staan er namen of dingen (meervoud)? -> Uitgang is -ent

Claire et Francine mangENT une pomme / Les trains arrivENT à dix heures

Welke uitgang hoort er bij 'vous'

1. -e
2. -es
3. -ons
4. -ez

Wat is de eerste stap in het Stappenplan?

1. Hak -er eraf
2. Kies een werkwoord
3. Zet de juiste uitgang erachter
4. Vertaal het werkwoord

Wat is de tweede stap in het Stappenplan?

1. Hak -er eraf
2. Zet de juiste uitgang erachter
3. Kies een werkwoord
4. Vertaal het werkwoord

Wat is de derde stap in het Stappenplan?

1. Hak -er eraf
2. Zet de juiste uitgang erachter
3. Kies een werkwoord
4. Vertaal het werkwoord

Vervoeg: Je ...... (travailler)

1. travailles
2. travaillons
3. travaille
4. travaillent

Vervoeg: Nous ........ (regarder)

1. regardons
2. regardent
3. regardez
4. regardes

Vervoeg: Aurélie ....... (danser)

1. dansent
2. danse
3. dansons
4. dansez

Il y a des questions?

Avez-vous des questions?