Een motor op een rolstoel plaatsen

Een motor op een rolstoel plaatsen

Doel van de les

Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe je een motor op een rolstoel kunt plaatsen.

Introduceer het doel van de les en leg uit wat studenten aan het einde moeten kunnen.

Wat weet je al over het plaatsen van een motor op een rolstoel?

Stap 1: Materialen verzamelen

Verzamel de benodigde materialen: motor, accu, motorcontroller, ketting en tandwielen.

Leg uit welke materialen nodig zijn en zorg ervoor dat studenten weten waar ze deze materialen kunnen vinden.

Stap 2: De motor monteren

Bevestig de motor aan de frame van de rolstoel. Zorg ervoor dat de motor goed vast zit.

Laat zien hoe de motor aan de rolstoel moet worden bevestigd. Laat studenten dit ook zelf proberen.

Welk onderdeel hoort niet bij de benodigde materialen?

1. Accu
2. Ketting
3. Motor
4. Schroevendraaier

Waar moet je op letten bij het monteren van de motor?

1. Dat de motor op de juiste plek zit
2. Dat de motor los zit
3. Dat de motor goed vast zit
4. Dat de motor nog kan bewegen

Wat is de tweede stap?

1. De ketting smeren
2. De accu opladen
3. De motor monteren
4. De motor demonteren

Welke materialen heb je nodig voor stap 1?

1. Fietsband, remmen, stuur, zadel
2. Pen, papier, boek, potlood
3. Schroevendraaier, hamer, spijkers, hout, lijm
4. Motor, accu, motorcontroller, ketting en tandwielen

Stap 3: De motor controller installeren

Sluit de motor controller aan op de motor en de accu. De motor controller stuurt de motor aan.

Leg uit wat de motor controller doet en hoe deze moet worden aangesloten.

Stap 4: Ketting en tandwielen monteren

Monteer de ketting en tandwielen tussen de motor en de achterwielen van de rolstoel.

Laat zien hoe de ketting en tandwielen moeten worden gemonteerd en zorg ervoor dat studenten dit zelf proberen.

Conclusie

Je weet nu hoe je een motor op een rolstoel kunt monteren. Het is belangrijk om veiligheidsvoorschriften te volgen en altijd voorzichtig te zijn.

Vat de les samen en herhaal het belang van veiligheidsvoorschriften.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.