Les 4 start 7.2 gezond eten

Welkom bij BINASK
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BinaskPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij BINASK

Slide 1 - Slide

Je hebt meegenomen:
- Huiswerk opdracht 10 t/m 14 paragraaf 7.1
- Nectar leerwerkboek A
--> controle




Slide 2 - Slide

Waar krijg je een cijfer op?
Eerst toets 7.1 en 7.2

Slide 3 - Slide

Start 7.1 gezond eten
Leerdoelen:
- Je kunt uitleggen wat eetgewoonten zijn en hoe het komt dat deze verschillen
- Je leert wat voedingsmiddelen en voedingstoffen zijn
- Je kunt groepen voedingstoffen noemen
- Je leert wanneer je gezond eet en wanneer je het beste kunt eten
- Je leert een etiket aflezen

Slide 4 - Slide

Klassikaal:
Waar hangt je eetgewoonte vanaf?
-
-
-

Slide 5 - Slide

Voedingstof of voedingsmiddel:

Koolhydraten
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 6 - Quiz

Voedingstof of voedingsmiddel:

Eiwitten
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 7 - Quiz

Voedingstof of voedingsmiddel:

Brood
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 8 - Quiz

Voedingstof of voedingsmiddel:

Frisdrank
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 9 - Quiz

Voedingstof of voedingsmiddel:

Vitaminen
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 10 - Quiz

Voedingstof of voedingsmiddel:

Vetten
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 11 - Quiz

Voedingstof of voedingsmiddel:

Kaas
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 12 - Quiz

Hoe weet je welke voedingstoffen er in een voedingsmiddel zitten?
Meestal staat dit op de verpakking! Dit noemen we een voedingsetiket.
Komt het je bekend voor?





                                                       Hier zie je een voedingsetiket van sinaasappelsap.

Slide 13 - Slide

Hoe weet je wat voor voedingstoffen er in een voedingsmiddel zitten?
Zoek de verschillen. Wat zou je beter kunnen eten/drinken als je wilt groeien?
                                                           

Kaas
Sinaasappelsap

Slide 14 - Slide

Hoeveel energie heb je nodig?
Op de verpakking van een voedingsmiddel staat ook hoeveel energie er in het voedingsmiddel zit per 100 gram. Dit wordt aangegeven met het woord kilocalorie (kcal).

Hoeveel kcal heb je per dag nodig?
Jongen van 14: 2500 kcal
Meisje van 14: 2200 kcal

Als je veel beweegt op een dag heb je ook meer energie / kcal nodig!

Slide 15 - Slide

Klassikaal:
Noem 3 voorbeelden van een voedingsmiddel

Noem 3 voedingstoffen

Noem de 3 groepen voedingstoffen

Slide 16 - Slide

Klassikaal:
Waarom is het belangrijk om gevarieerd te eten?

Slide 17 - Slide

Nakijken opdracht 10 t/m 14
Wat: nakijken opdracht 10 t/m 14
Hoe: 1 boekje per tweetal met gekleurde pen
Hulp: Buurman of buurvrouw of docent
Tijd: 6 minuten
Klaar: Alvast lezen blz. 19, 20 en 21


timer
6:00

Slide 18 - Slide

Herhaling: Wanneer eet je gezond?
Gevarieerd eten!
Wat betekent dat?

Schijf van vijf: 
Iedere dag iets uit
elk vak! En drinken!

Slide 19 - Slide

Voedingswaarde chocola en banaan

Slide 20 - Slide

Voorbeeld:

Slide 21 - Slide

7.2 energie
Je hebt energie nodig om te bewegen, je lichaam warm te houden, na te denken en eten te verteren.


Slide 22 - Slide

Wat zijn energierijke stoffen?
1 Koolhydraten (zetmeel + suiker). Zit in brood, aardappelen en pasta. Suikers zitten in broodbeleg, snoep en koek.

Slide 23 - Slide

Wat zijn energierijke stoffen?
2 Vetten zitten in olie, margarine en noten. Niet handig voor het sporten.. want duurt lang om te verteren.


Slide 24 - Slide

Aan de slag opdracht 1 t/m 3
Wat: maken opdracht 1 t/m 3 blz. 19 en 20
Hoe: Zelfstandig/fluisteren
Hulp: Buurman of buurvrouw of docent
Tijd: 5 minuten
Klaar: Alvast lezen blz. 21 


timer
5:00

Slide 25 - Slide

Hoeveel energie heb je nodig?
De eenheid van energie is joule
1 kilojoule (kj) is 1000 joules. 
Hoeveel kJ zit in het product hiernaast?

Slide 26 - Slide

Hoeveel energie heb je nodig?
Energie staat ook aangegeven in calorie
andere eenheid voor energie: 1 kilocalorie
(kcal) is 1000 calorieën. 
Hoeveel kcal zit in het product hiernaast?

Slide 27 - Slide

Hoeveel energie heb je nodig?
Energie staat ook aangegeven in calorie
andere eenheid voor energie: 1 kilocalorie
(kcal) is 1000 calorieën. 
Hoeveel kcal zit in het product hiernaast?

Slide 28 - Slide

Hoeveel energie heb je nodig?
1 Hangt af van activiteit
2 Hangt af van leeftijd (volwassen hebben meer energie nodig)
3 Hangt af van geslacht (mannen hebben meer energie nodig)

Slide 29 - Slide

Hoeveel energie heb je nodig?
Op de verpakking van een voedingsmiddel staat ook hoeveel energie er in het voedingsmiddel zit per 100 gram. Dit wordt aangegeven met het woord kilocalorie (kcal).

Hoeveel kcal heb je per dag nodig?
Jongen van 14: 2500 kcal
Meisje van 14: 2200 kcal

Als je veel beweegt op een dag heb je ook meer energie / kcal nodig!

Slide 30 - Slide

kilojoule (kJ) en kilocalorie (kcal) 
Hoe meer kJ of kcal er op de verpakking staat, hoe meer energie er in zit!

Slide 31 - Slide

kilojoule (kJ) en kilocalorie (kcal) 
Per 100 gram:
Pindakaas: 608 kcal
Biefstuk: 127
Chocola: 539
Snoep: 343
Banaan: 92
Brood: 266


Slide 32 - Slide

Filmpje

Slide 33 - Slide

Omrekenen kilocalorie naar kilojoule en omgekeerd
1 kcal = 4,2 kJ


Slide 34 - Slide

Even oefenen
Oefenen hoeveel kj = 2500 kcal?
Hoeveel kcal = 15000 kj?

Slide 35 - Slide

Herhaling voedingstoffen..
- Iets wat je eet of drinkt, is een voedingsmiddel
- In elk voedingsmiddel zitten voedingstoffen!
--> 6 soorten voedingstoffen:
1 Koolhydraten (zetmeel en suikers)
2 Eiwitten
3 Vetten
4 Mineralen
5 Vitaminen
6 Water

Slide 36 - Slide

Huiswerk aan de slag opdracht 1 t/m 7
Wat: Maken opdracht 4 t/m 7 blz. 21 en 22
Hoe: Zelfstandig/fluisteren
Hulp: Buurman of buurvrouw of docent
Tijd: 10 minuten
Klaar: lezen blz. 23

Hoe doen we dit?

timer
15:00

Slide 37 - Slide

Nog even op een rijtje:

Energierijke stoffen
- koolhydraten en vetten

Bouwstoffen
- water, eiwitten, vetten en mineralen

Beschermende stoffen
- vitaminen en mineralen

Slide 38 - Slide





https://schooltv.nl/video-item/broodje-gezond-in-de-klas-hoe-gezond-zijn-vitaminepillen


Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide