2 april

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Bonjour tout le monde!

Slide 2 - Slide

Tijdens de les...
1. ben ik stil tijdens klassikale momenten en houd ik mij aan het stemvolume wat op het bord staat of aangegeven wordt.
2. heb ik mijn Frans boek mee en een werkende pen.
3. ga ik serieus aan de slag met het Franse maak- en leerwerk.
4. luister ik naar de eerste waarschuwing als ik aangesproken word.
5. pak ik mijn spullen in zodra de docent dit aangeeft.

Slide 3 - Slide

Contrôle

Si présent, dit et montre moi:

J'ai mon livre B

Slide 4 - Slide

Dernier cours



1. Start periode 4
2. Planning
3. Schrijftoetsen terug







Ce cours



1. SW week 14 af
2. Vocabulaire A & B

SW = Studiewijzer

Slide 5 - Slide

Période 4
ABCDEFGH
50 minuten | 3 x

1. Vocabulaire A, B, E, F p. 128-129
2. Aanwijzend voornaamwoord p. 110
3. Werkwoord pouvoir/vouloir p. 124
4. Getallen p. 130
5. Zinnen p. 130
6. Lezen




Slide 6 - Slide

Chapitre 5
Doel: Mensen en activiteiten beschrijven
Zinnen: Vertellen over uiterlijk, karakter en activiteiten
Vocabulaire: Uiterlijk, karakter, kleuren en maanden
Uitspraak: Neusklanken
Grammatica: Passé composé met 'avoir', vorm van het bijvoeglijk naamwood

Slide 7 - Slide

Au travail!

Slide 8 - Slide

Au travail :)



Hoofdstuk 5, boek B

Leesvaardigheid
1. Faire: ex. 9a, 10abc, 11, 12a (p. 16)
Klaar: Apprendre: vocabulaire A + B p. 40
  

timer
20:00

Slide 9 - Slide

Une petite pause...
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Slim stampen: vocabulaire A & B
timer
15:00

Slide 11 - Slide

Combinez les mois
décembre
janvier
mai
juin
mars
avril
février
août
juillet
septembre
novembre
octobre
Januari
April
mei
juli
December
maart
februari
juni
augustus 
november
september
oktober

Slide 12 - Drag question

La prononciation
La prof dit (zegt) un mois (een maand)
Si ton anniversaire tombe (valt) dans ce mois, lève-toi (sta op!)!

Slide 13 - Slide

Jeu!
La prof dit (zegt) un mois (een maand)
Si ton anniversaire tombe (valt) dans ce mois, lève-toi (sta op!)!

Slide 14 - Slide

Jeu!
La prof dit (zegt) un mois (een maand)
Si ton anniversaire tombe (valt) dans ce mois, lève-toi (sta op!)!

Slide 15 - Slide

Jeu!
La prof dit (zegt) un mois (een maand)
Si ton anniversaire tombe (valt) dans ce mois, lève-toi (sta op!)!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link