INSTAPDICTEE gr 7

Au of ou?
Bij de letters au en ou hoor je dezelfde klank. 

Er is geen regel voor wanneer je au of ou schrijft. De spelling van deze woorden moet je uit je hoofd leren.
1 / 35
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Au of ou?
Bij de letters au en ou hoor je dezelfde klank. 

Er is geen regel voor wanneer je au of ou schrijft. De spelling van deze woorden moet je uit je hoofd leren.

Slide 1 - Slide


De juffrouw trek haar .............. op
A
wenkbrouwen
B
wenkbrauwen
C
wengkbrouwen
D
wengkbrauwen

Slide 2 - Quiz

au of auw en ou of ouw

let op!!!
hoor je de au of ou aan het einde van een woord?
dan een w erachter
pauw en touw

Slide 3 - Slide


De  .............. snuffelt en zoekt het spoor
A
jagthond
B
jachthond
C
jachthont
D
jagthont

Slide 4 - Quiz


Zie je die .............. in de sneeuw?
A
sporen
B
spooren

Slide 5 - Quiz


Je mag niet zomaar aan de ........ trekken
A
nootrem
B
noodrem

Slide 6 - Quiz


Hoeveel ......... heeft deze school?

Slide 7 - Open question


Iedere ....... eten wij pizza.

Slide 8 - Open question


Dit boek heeft meer dan honderd   ........ .
A
pagina's
B
paginaas

Slide 9 - Quiz


Op deze stofzuiger zit vijf jaar ........ .

Slide 10 - Open question


In Scandinavië vind je veel ......... .

Slide 11 - Open question


Mijn oma woont in een ....... .

Slide 12 - Open question


Op de foto zie je een ........... .

Slide 13 - Open question


C of S
Als je een muur metselt heb je ...... nodig.

A
sement
B
cement

Slide 14 - Quiz


Mijn vader draagt meestal een ...... naar zijn werk.

Slide 15 - Open question


Mijn zusje helpt mijn moeder in de ...... .

Slide 16 - Open question


De ...... in het theater is prachtig.

Slide 17 - Open question


C of k
De ...... in de woestijn is prachtig.

A
kaktus
B
kactus
C
caktus
D
cactus

Slide 18 - Quiz


In de winter draag ik ......... als het koud is.

Slide 19 - Open question


Voorzichtig komt de oude man ...... .

Slide 20 - Open question


Bij de ....... is de auto in beslag genomen.

Slide 21 - Open question


Rens oefent ....... voor de marathon.

Slide 22 - Open question


De ..... droeg een harnas en een schild.

Slide 23 - Open question


De hond eet het ....... snel op.

Slide 24 - Open question


Bas gaat bij opa en oma ....... .

Slide 25 - Open question


Mijn oom en tante wonen
op het ..... .

Slide 26 - Open question


Dit is een ..... .

Slide 27 - Open question


Een gedroogde ...... smaakt zoet.

Slide 28 - Open question


De  ...... fluit de hele dag.

Slide 29 - Open question


Het  ...... van mijn opa is zoek.

Slide 30 - Open question


De  ...... is mooi versierd.

Slide 31 - Open question


Mijn zus loopt  ...... in het ziekenhuis.

Slide 32 - Open question


De politie looft een ........ uit voor honderd euro.

Slide 33 - Open question


Deze mensen leven in de ....... .

Slide 34 - Open question


Wil je een glas water of een glas ...........

Slide 35 - Open question