GS2 Hofstelsel zelfvoorzienend

GS2 Hofstelsel
1 / 30
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

GS2 Hofstelsel

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Ik weet wat er overbleef van het West Romeinse Rijk (continuïteit)
  • Ik weet wanneer de middeleeuwen zijn
  • Ik ken het hofstelsel en de begrippen: domein, horige en herendiensten
  • Ik ken de middeleeuwse standensamenleving en de drie standen

Slide 2 - Slide

In het West-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Rome, spraken de meeste mensen Latijn. De keizers in het West Romeinse Rijk volgden elkaar snel op. Daardoor was er veel onrust. Het West-Romeinse Rijk eindigde in het jaar 476.
In het Oost-Romeinse Rijk, met de hoofdstad Constantinopel, spraken de meeste mensen Grieks. Het Oost Romeinse Rijk bleef tot 1453 bestaan.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Het West-Romeinse Rijk valt in 476









  • Het Romeinse leger wordt steeds zwakker
  • Volken vallen het Rijk binnen en plunderen de rijkdommen. 

Slide 5 - Slide

In het jaar 476 wordt in Rome 
het Keizertje Romulus Augustulus afgezet, en klimt het Germaanse stamhoofd Odoaker op de troon. 
Het west Romeinse Rijk 
is ten einde, de Middeleeuwen kunnen beginnen!

Het Oost Romeinse Rijk blijft nog tot 1453 bestaan!

Slide 6 - Slide

Wat is er gebleven?






Continuïteit (dat wat hetzelfde blijft):
  • De taal (Latijn), de godsdienst (christendom), techniek, de kalender en wetgeving.
  • Veel kennis van de grote Griekse en Romeinse geleerden blijft bewaard in boeken, vooral in de bibliotheken van het Oost-Romeinse Rijk.
De Amerikaanse schilder Thomas Cole maakte tussen 1833-1836 een serie schilderijen over een niet-bestaand rijk, dat erg lijkt op het Romeinse Rijk (maar het niet is!).
Dit is het vijfde schilderij uit de serie en heet Desolation (verlatenheid, eenzaamheid), en toont een rijk nadat het is ingestort.
Ook hier lijkt het weer een beetje op Rome, na de val van het West-Romeinse Rijk: de ruïnes zijn overgebleven...

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Onveiligheid na de val van het Romeinse Rijk
Zonder de Romeinen is het niet langer veilig in Europa:
  • Groepen rovers trekken rond
  • De wegen worden steeds slechter
  • Steden vervallen
  • Handel en nijverheid verdwenen

                                                               gevolg



Mensen zoeken bescherming in ruil voor arbeid.

Slide 9 - Slide

Onveilg
Boeren zoeken bescherming bij een rijke boer:
'Huis van steen met een hek er omheen.'

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Het hofstelsel
Een huis van steen met een hek 
er omheen, groeit uit tot 
een burcht, een beveiligd dorp. 


Ringwalburcht

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Slide 14 - Slide

Het domein
  • Een dorp met landbouwgrond heette een domein

  • De heer, bijvoorbeeld een ridder, was de baas: alle grond was van hem.
  • De heer in een grote boerderij (vroonhof), in een houten kasteel of in een donjon, een soort kasteel.

  • Vrije boeren 'verkochten' zichzelf aan de heer om bescherming te krijgen, ze werden horigen.
Let op, kastelen in de vroege middeleeuwen waren van hout en een kasteel in die tijd was vaak niet meer dan een grote toren. Dat is dus iets anders dan de grote kastelen van steen die wij nu nog kennen.
Het kasteel was vaak op een heuvel gebouwd, dan had de leenman veel overzicht en was hij veiliger.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Veel plichten, weinig rechten
  • Iedereen op het domein van de heer hoorde bij het domein
  • De boeren waren horigen van de heer: ze moesten gehoorzaam zijn
  • Om op de grond van de heer te kunnen wonen, moest je pacht betalen.
  • De horigen waren ook verplicht om herendiensten, klusjeste doen.
  • Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen
  • Een gevluchte horige was na een jaar en een dag een vrije boer.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Hofstelsel
De manier waarop een landgoed in de middeleeuwen werd beheerd, werd het hofstelsel genoemd.

Belangrijke begrippen in dit verband zijn domein, vroonland,  horige.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

De Standensamenleving

Slide 25 - Slide

De eerste stand:

De Geestelijkheid

Alle mensen die werken bij de kerk.

VB: de paus, kardinalen, bischoppen, monniken, nonnen, priesters.

Slide 26 - Slide

De tweede stand
De adel
De

Slide 27 - Slide

De derde stand
De boeren

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Check jezelf!
  • Ik weet wat er overbleef van het West Romeinse Rijk (continuïteit)
  • Ik weet wanneer de middeleeuwen zijn
  • Ik ken het hofstelsel en de begrippen: domein, horige en herendiensten
  • Ik ken de middeleeuwse standensamenleving en de drie standen

Slide 30 - Slide