Nieuwsbegrip week 38

Nieuwsbegrip week 38
Steeds meer mensen worden 100 jaar
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NieuwsbegripSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nieuwsbegrip week 38
Steeds meer mensen worden 100 jaar

Slide 1 - Slide

Wat doet een onderzoeker(s)?
A
Deze mensen zoeken onder de tafel
B
Deze mensen halen verschillende info's bij elkaar en leren meer daarover
C
Deze mensen lezen veel boeken
D
Deze mensen vertellen over wat ze hebben geleerd

Slide 2 - Quiz

Wat betekent inwoner?
A
Iemand die bij jou voor 1 nacht komt logeren
B
Iemand die buiten woont
C
Iemand die op plaats of in land woont
D
Iemand die overal woont

Slide 3 - Quiz

Wat is "geweldig"?
A
Dat lelijk is
B
Groot, sterk, krachtig in zijn soort
C
Dat jij serieus vindt
D
Ik kan alles

Slide 4 - Quiz

Wanneer mag jij "actief" zeggen?
A
Als jij stil zit
B
Als jij bezig bent of werkt
C
Als jij moe bent
D
Als jij niks doet

Slide 5 - Quiz

Wat is verschil tussen 'andere' en 'anderen'?
A
'Andere' kan jij gebruiken bij ding of persoon, 'anderen' betekent groep met andere mensen
B
Het betekent hetzelfde
C
'Andere' is belangrijker dan 'anderen'
D
'Anderen' is één persoon en 'andere' is met 2 of meer personen

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Opdracht 1:
"Kijk naar de tekst. Kijk goed naar de titel, de kopjes en de plaatjes. Waar gaat de tekst over?
A
Mensen worden moeilijk 100 jaar
B
Mensen halen 100 jaar nooit meer
C
Mensen worden ouder dan vroeger
D
Er is nieuwe medicijn die jij kan langer leven

Slide 8 - Quiz

Wat is de inleiding?
A
Start met lezen
B
Binnenkomen
C
Eerste stukje van tekst
D
Slot

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Wat is de titel?
A
Aantal letters in tekst
B
Letters die belangrijk is om te leren
C
Een zin die onbelangrijk is
D
De naam op bovenaan van tekst met dikke letters

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Wat is de kopjes?
A
Onze hoofden
B
Een stukje(s) teksten in het verhaal
C
Hoofden van muizen
D
Slimme hersenen

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Wat is de plaatjes?
A
Afbeeldingen die bij tekst horen
B
Foto van mijzelf
C
Vierkant met kleuren
D
Plek in Nederland

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide