1. Titel: Schrijf de titel op een leeg blaadje.
2. Voorkennis: Zet boven de titel wat je er al van weet: je voorkennis.
3. Kopjes: Lees alle kopjes en zet die er in een boomschema onder.
Schrijf van de kopjes ook je voorkennis op.
4. Plaatjes: Vul de voorkennis van de kopjes aan met wat je daarbij
in de plaatjes ziet
Je krijgt een tekst uitgedeeld van de docent!