Denk bijvoorbeeld aan het noorderlicht. In het
middenstuk leg je uit hoe het noorderlicht kan
ontstaan en noem je interessante
kenmerken, zoals hoe vaak het voorkomt.
In het slot geef je een samenvatting van het reeds
vermelde, en vermijd je al gebruikte formuleringen. Je zou ook aandacht kunnen besteden
aan de toekomst door te vermelden of het noorderlicht ook in de toekomst zal blijven
voorkomen.
Vraag
-
antwoord structuur