Leesvaardigheid (argumentatie)

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Je kent verschillende vormen van argumentatiestructuur:
enkelvoudig, meervoudig, nevenschikkend en onderschikkend
Je kunt standpunt en argument onderscheiden in een eenvoudige tekst.
Je kunt op basis van een tekst een argumentatiestructuur herkennen, benoemen en invullen.
Pimp your memory
Uitleg + 2 sleepvragen
Sleepvraag (+ zelfstandig oefenen in de modulewijzer van stap 11)
Zelfstandig leren

Slide 2 - Slide

Wat is het verschil tussen een standpunt en een argument?
(herhaling stap 7)
Wat is het verschil tussen ethos, pathos en logos?
Wat kan een standpunt zijn bij het volgende argument:

Door illegaal downloaden hebben beginnende bands moeite zich staande te houden.
Wat is jouw mening over leesvaardigheid?

(zorg voor een standpunt en een argument)
Wat is het belangrijkste argument in deze tekst?

Mensen moet geen vlees meer eten. Vlees is namelijk niet altijd gezond. Zo kunnen er groeihormonen in zitten.
timer
5:30

Slide 3 - Slide

Argumentatie-structuur

Slide 4 - Slide

Soms (vaak) lastig om het standpunt en het argument van elkaar te onderscheiden in een tekst.

Want en daarom zijn handige hulpmiddelen om het verschil te zien.

Slide 5 - Slide

1

2

3

4

We hebben al heel lang niet geshopt.
Laten we naar de stad gaan.
Het is onaanvaardbaar dat hij een voldoende krijgt.
Hij heeft plagiaat gepleegd.
Iedereen zou per direct moeten stoppen met roken.
Roken is ontzettend slecht voor de gezondheid.
Iedereen zou The Hate U Give moeten lezen.
Je ervaart dan de grote rol die racisme nog in de VS heeft.

Slide 6 - Drag question

Enkelvoudig
De eenvoudigste vorm van argumentatie. Een standpunt dat onderbouwd wordt door één argument.

Let op: blijf nagaan wat het standpunt is en wat het argument.

Slide 7 - Slide

Meervoudig
De losse argumenten hebben niets met elkaar te maken. Het is een opsomming van argumenten om het standpunt te onderbouwen.

Slide 8 - Slide

Meervoudig
De losse argumenten hebben niets met elkaar te maken. Het is een opsomming van argumenten om het standpunt te onderbouwen.
Het lezen van boeken is ontzettend belangrijk.
Het geeft je de kans avonturen te beleven die je anders nooit zou meemaken.
Door literatuur krijg je meer inlevingsver-mogen.

Slide 9 - Slide

Nevenschikkend
Twee of meer argumenten hebben elkaar nodig om het standpunt te onderbouwen. Los van elkaar zijn het geen geldige argumenten.

Slide 10 - Slide

Nevenschikkend
Twee of meer argumenten hebben elkaar nodig om het standpunt te onderbouwen. Los van elkaar zijn het geen geldige argumenten.
Het festival Welcome to the Village was vorige maand niet leuk.
Ondanks de hitte was er helemaal geen schaduwplek.
Ik verbrand heel snel.

Slide 11 - Slide

Onderschikkend
Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt.

Slide 12 - Slide

Onderschikkend
Je geeft niet alleen een argument, maar je geeft ook nog een uitleg of toelichting waarom dat argument klopt.
Het is belangrijk om huiswerk te maken.
Alleen door te oefenen zet je de stap van kennen naar kunnen.
Je brein heeft training nodig om de leerstof te begrijpen.

Slide 13 - Slide

Combinatie

Slide 14 - Slide

A Zij heeft ruim voldoende ervaring in het basisonderwijs.

B Deze sollicitante is zeker geschikt voor die functie van hoofdonderwijzer.

C De school wilde het aantal vrouwelijk collega’s vergroten.

D Ruime ervaring is nodig voor deze functie.

E Zij is een vrouw.

F Zij past goed in de samenstelling van het team wat betreft leeftijd.

A
B
C
D
E
F

Slide 15 - Drag question

Samenwerken mag
Leer van en met elkaar
Extra uitleg en/of uitdaging nodig?
Cambiumned - theorie - argumentatie
Flexlessen Nederlands
Planning
Deze week: stap 11, blok 3 en 4
Stap 8, h3+h4+h5 (boek uit, dus!)

Let op: je kijkt zelf je antwoorden na. Wees kritisch, nieuwsgierig en leergierig.

Slide 16 - Slide

Waar sta jij nu?
Ik ken het verschil tussen argument en standpunt en ik ken de argumentatie-schema's
Ik kan de inhoud van een eenvoudige tekst in een argumentatieschema plaatsen.
Ik kan zelf een argumentatieschema op de juiste manier aanvullen.
Ik kan zelf een argumentatie opbouwen volgens verschillende argumentatie-schema's.
Ik ken de termen die horen bij argumentatieleer (nog) niet voldoende om het te kunnen toepassen.

Slide 17 - Poll