Paragraaf 3.1: Het leven in de Sovjet-Unie

3.1: Leven in de Sovjet-Unie
Na een burgeroorlog ontstond de Sovjet-Unie; een totalitaire staat met Stalin als een paranoïde leider. Veel mensen werden vervolgd. Er kwam een planeconomie en collectivisatie.
1 / 11
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

3.1: Leven in de Sovjet-Unie
Na een burgeroorlog ontstond de Sovjet-Unie; een totalitaire staat met Stalin als een paranoïde leider. Veel mensen werden vervolgd. Er kwam een planeconomie en collectivisatie.

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 3.1
3.1A: Je kunt uitleggen op welke manier de Sovjet-Unie is ontstaan.
3.1B: Je kunt beargumenteren waarom de Sovjet-Unie een totalitaire staat was.
3.1C: Je kunt het verband leggen tussen het aantreden van Joseph Stalin als leider van de Sovjet-Unie en het begin van de terreur.
3.1D: Je kunt verklaren waarom de vijfjarenplannen en de collectivisatie van de landbouw passen bij de ideologie van het communisme. 

Slide 2 - Slide

Onrust in Rusland
  • Rusland: Zeer ongelijke verdeling rijkdom en macht
  • Door WOI nog meer armoede: volksopstand tegen de tsaar
  • Tsaar treed af, nieuwe machthebbers konden grote problemen niet oplossen
3.1A

Slide 3 - Slide

Burgeroorlog
  • Communisten nemen de macht over, burgeroorlog breekt uit door grote weerstand tegen communisme, witte leger (tsaar) tegen rode leger (communisten)
  • Leider: Vladimir Lenin
  • Geheime politie: tegenstanders oppakken, martelen, doodschieten en naar strafkampen sturen
3.1A/B

Slide 4 - Slide

Oprichting Sovjet-Unie
  • Na 4 jaar winnen communisten burgeroorlog, stichten Sovjet-Unie (1922)
  • Totalitaire staat: Overheid heeft alle macht, heeft grote invloed op het leven van de burgers. Individu is onbelangrijk!
3.1B

Slide 5 - Slide

Joseph Stalin
  • Leider communisten na dood Lenin (1928)
  • Veel wantrouwen: dacht dat iedereen continu saboteerde. Vooral de intelligentia!
  • Manier van regeren wordt het stalinisme genoemd...
  • Leider Sovjet-Unie tot aan zijn dood in 1953 (kettingroker..)
3.1C

Slide 6 - Slide

Stalinisme
  • Totalitair
  • Persoonsverheerlijking
  • Indoctrinatie en censuur
  • Terreur; vervolging van alles wat verdacht was!
  • Politieke zuiveringen
  • Volk werd in de gaten gehouden door de geheime politie
3.1C

Slide 7 - Slide

Terreur
  • Terreur: Miljoenen mensen oppakken en martelen om ze vervolgens dood te schieten of naar een strafkamp te sturen.
  • Iedereen kon verrader zijn!
  • Showprocessen: Rechtszaak waarvan uitkomst van tevoren vaststaat (schuldig)
3.1C

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Planeconomie
  • Planeconomie: Overheid beslist welke producten en hoeveel een bedrijf of fabriek moest maken. Gedachte: Hogere productie, daardoor meer (economische) macht
  • Platteland: Boerderijen werden samengevoegd.
  • Collectivisatie moest voor hogere opbrengst zorgen. Iedereen die hiertegen was werd vermoord!
  • Resultaat: Lagere opbrengst, hongersnood, miljoenen slachtoffers (o.a. Oekraïne)
3.1D

Slide 10 - Slide

Vijfjarenplannen
  • Doel: Van een landbouwsamenleving naar industriële samenleving
  • Gedwongen collectivisatie, dwangarbeid, hoge aantallen die gehaald moesten worden
  • “In 10 jaar een achterstand van 100 jaar in lopen”
3.1D

Slide 11 - Slide