This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Beroepshouding 5
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Opfrisser vorige les
Houd een gezond evenwicht tussen
betrokken zijn en professionele afstand bewaren.
Slide 3 - Slide
Vandaag
# Tussentestje
# Empathie 11.8
# Respect 11.9
Slide 4 - Slide
Beroepshouding
Tussentestje...
Slide 5 - Slide
Wat is een beroepscode?
A
Eigenschappen en gedrag waarvoor iemand in zijn beroep dient te beschikken om zijn beroep goed uit te oefenen.
B
Een leidraad waarin staat waar de beroepsgroep voor staat en welke waarden en gedragsregels zij in hun beroepsuitoefening belangrijk vindt.
C
Het geheel van waarden en normen die een beroepsbeoefenaar helpen te bepalen wat hij wel en niet moet doen.
D
Beroepshoudingsaspect dat duidt op betrouwbaarheid van binnenuit.
Slide 6 - Quiz
Je behandelt kinderen gelijkwaardig, je trekt niemand voor. Je handelen moet redelijk zijn. Waarde:
A
Rechtvaardigheid.
B
Vertrouwelijkheid.
C
Empathie.
D
Assertiviteit.
Slide 7 - Quiz
Je laat op een prettige manier weten dat je iets niet kunt of wilt doen. Ook laat je weten wat je wel of niet accepteert. Waarde:
A
Rechtvaardigheid.
B
Vertrouwelijkheid.
C
Empathie.
D
Assertiviteit.
Slide 8 - Quiz
Persoonlijke aangelegenheden bespreek je niet waar iedereen bij is. Je houdt de inhoud van een gesprek voor jezelf. Waarde:
A
Rechtvaardigheid.
B
Vertrouwelijkheid.
C
Empathie.
D
Assertiviteit.
Slide 9 - Quiz
Je kunt je in een ander verplaatsen en daardoor begrip opbrengen voor iemand die anders denkt dan jij. Waarde:
A
Rechtvaardigheid.
B
Vertrouwelijkheid.
C
Empathie.
D
Assertiviteit.
Slide 10 - Quiz
De beroepscode is de concrete uitwerking van de beroepsethiek.
Wat is beroepsethiek?
A
Eigenschappen en gedrag waarvoor iemand in zijn beroep dient te beschikken om zijn beroep goed uit te oefenen.
B
Een leidraad waarin staat waar de beroepsgroep voor staat en welke waarden en gedragsregels zij in hun beroepsuitoefening belangrijk vindt.
C
Principes en regels waaraan je je als beroepskracht MZ moet houden bij de uitoefening van je beroep.
D
Beroepshoudingsaspect dat duidt op betrouwbaarheid van binnenuit.
Slide 11 - Quiz
Uitwerking van Artikel 1 van de Grondwet. Deze wet verbiedt discriminatie en verplicht het om mensen gelijk te behandelen.
Deze wet geeft regels ter bescherming van de privacy van burgers (dus ook van medewerkers en cliënten).
Uitwerking van Artikel 1 van de Grondwet. Deze wet verbiedt discriminatie wegens handicap of chronische ziekte bij het aanbieden van werk, huisvesting, goederen en diensten.
Algemene wet gelijke behandeling (Awbg)ekst
Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)
Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz)
Slide 12 - Drag question
De beroepshouding van jou als beroepskracht MZ bestaat uit drie aspecten.
Zet het juiste aspect naast de omschrijving.
Gevoelsmatig aspect
Verstandelijk aspect
Ethisch aspect
Je houding wordt bepaald door de emotie die de ander bij je oproept.
Je houding wordt bepaald door wat je van de ander weet.
Je houding wordt bepaald door wat jij wel en niet belangrijk vindt, door datgene waar je waarde aan hecht.
Slide 13 - Drag question
Het valt Karin op dat Salem altijd ontzettend respectvol is tegen alle cliënten. Dat is voor Salem een uitgangspunt in zijn werk.
A
Gevoelsmatig aspect
B
Ethisch aspect
C
Verstandelijk aspect
Slide 14 - Quiz
Huan heeft een autistische jongen in haar groep. Ze heeft ontzettend veel over autisme gelezen en cursussen hierover gevolgd. Ze weet heel goed hoe ze met autisme om moet gaan.
A
Gevoelsmatig aspect
B
Ethisch aspect
C
Verstandelijk aspect
Slide 15 - Quiz
Wat is empathie?
A
Wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die te maken hebben met goed en kwaad. Nadenken over vragen ‘Wat is goed en wat is niet goed?’, ‘Wat hoort en wat hoort niet?’.
B
Inlevingsvermogen. Het vermogen om zich te verplaatsen in de gevoels- en belevingswereld van een ander.
C
Eerlijk en oprecht zijn en niet omkoopbaar, zodat cliënten zich veilig bij je voelen en jou als betrouwbaar ervaren.
D
Houding en gedrag van de beroepskracht waarmee deze – of hij dat nu wil of niet – een voorbeeld is voor de cliënt.
Slide 16 - Quiz
Als een cliënt het lastig vindt om je openheid te geven over zijn ervaringen en gevoelens, dan kun je dit afdwingen.
A
juist
B
onjuist
Slide 17 - Quiz
Een empatisch begrijpende houding heeft een positief effect op cliënten.
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quiz
Empathie is niet zozeer iets wat je moet tonen, maar vooral iets wat je moet hebben.
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quiz
Inleven in een ander is pas mogelijk als die ander je laat meeleven.
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quiz
Zwijgplicht
Representativiteit
Echtheid
Verantwoordelijkheid dragen
is de verplichting om zorgvuldig om te gaan met vertrouwelijke gegevens, zodat het recht op privacy is gewaarborgd.
Slide 21 - Drag question
Assertiviteit
Integriteit
Echtheid
Representativiteit
Zorgvuldig om gaan met vertrouwelijke gegevens is een belangrijk aspect van
Slide 22 - Drag question
Zeg in je eigen woorden wat EMPATHIE betekent
Slide 23 - Open question
definitie Empathie:
= Je kunnen verplaatsen in iemand anders,
in zijn gedachten,
gevoelens en
belevingswereld.
Slide 24 - Slide
Reageer op de stelling: Empathie moet je niet hebben maar tonen.
Slide 25 - Open question
Sympathie (aardig doen) of Empathie (meevoelen)
Slide 26 - Slide
Respect 11.9
Je dringt de ander jouw waarden en normen niet op, je dwingt hem niet te veranderen. Een respectvolle benadering houdt in dat je een eerlijke en open houding hebt ten opzichte van de cliënt. (bron: ThiemeMeulenhoff
Slide 27 - Slide
Afhankelijk zijn van een ander....
Slide 28 - Mind map
Bejegening
Een woord wat je vaak tegenkomt in de visie van welzijnsinstellingen.
Cliënten zijn, wat betreft de kwaliteit van zorg en leven, afhankelijk zijn van beroepskrachten.
De cliënt is kwetsbaar en moet kunnen rekenen op een respectvolle omgang.
Slide 29 - Slide
Jouw normen kunnen anders zijn dan die van de cliënt:
Wanneer je een cliënt de mogelijkheid biedt te leven volgens zijn geloof en traditie,
wanneer je een oudere cliënt aanspreekt met ‘u’ en ‘uw’ als hij daar prijs op stelt,
dan benader je de cliënt respectvol.
Slide 30 - Slide
Integriteit / Integer zijn 11.12
eerlijk
oprecht
niet om te kopen
geen lievelingetjes
betrouwbaar
Slide 31 - Slide
Wat is dit? en wat heeft dit te maken met integriteit?
Slide 32 - Open question
Zwijgplicht Beroepsgeheim Geheimhoudingsplicht
De zwijgplicht is de verplichting om zorgvuldig om te gaan met vertrouwelijke gegevens, zodat het recht op privacy is gewaarborgd.
Binnen de organisatie 11.12.1
Buiten de organisatie 11.12.2
Slide 33 - Slide
Wanneer moet je de zwijgplicht verbreken?
Slide 34 - Open question
Welke vraag heb je nav deze les?? (dan behandelen we dat de volgende keer)