Bij maatschappijleer maak je kennis met dingen die in de samenleving spelen.
Een actuele maatschappelijke discussie is de 'wet gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding', beter bekend als het boerkaverbod. Wat weet jij hier al van?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Maatschappijleer
Bij maatschappijleer maak je kennis met dingen die in de samenleving spelen.
Een actuele maatschappelijke discussie is de 'wet gedeeltelijk verbod op gezichtsbedekkende kleding', beter bekend als het boerkaverbod. Wat weet jij hier al van?
Slide 1 - Slide
Maatschappijleer
Per klas volg je deze les in een bepaalde volgorde (zie groene sheets):
V5A: INTRO - SAMENVATTEN - UITLEG - ZELFSTANDIG WERK
V5B: INTRO - UITLEG - ZELFSTANDIG WERK - SAMENVATTEN
V5C: INTRO - ZELFSTANDIG WERK - SAMENVATTEN - UITLEG
Slide 2 - Slide
INTRO
Slide 3 - Slide
Boerkaverbod
Slide 4 - Mind map
Introductie: Boerkaverbod
Bekijk de Nieuwsuur-speciaal via de volgende sheet en beantwoord de vragen op je werkblad.
Slide 5 - Slide
https:
Slide 6 - Link
UITLEG
Slide 7 - Slide
Begrippen
Macht
Belang
Normen
Waarden
Slide 8 - Slide
Welk machtsmiddel?
Slide 9 - Open question
Welk machtsmiddel?
Slide 10 - Open question
Welk machtsmiddel?
Slide 11 - Open question
Welk machtsmiddel?
Slide 12 - Open question
ZELFSTANDIG WERK
Slide 13 - Slide
SAMENVATTEN
Slide 14 - Slide
Wat is een goede definitie van macht?
A
Je functie, beroep, kennis of aantal medestanders
B
Middelen waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden
C
Het vermogen om het gedrag of het denken van anderen te beïnvloeden
Slide 15 - Quiz
Waar is dit een voorbeeld van: 'Je mag geen gezichtsbedekkende kleding dragen'
A
Een belang
B
Een waarde
C
Een formele norm
D
Een informele norm
Slide 16 - Quiz
Wat is geen machtsmiddel?
A
Gezag
B
Geld
C
Overtuigingskracht
D
Functie
Slide 17 - Quiz
Leg-uit waarom het voor het boerkaverbod uit maakt hoeveel macht moslims in Nederland hebben. Gebruik een machtsmiddel, 'belang', 'norm' en 'waarde' in je antwoord.