H4 Regels op het werk 4.4

H4 - Regels op het werk
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NwederlandsSpeciaal OnderwijsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

H4 - Regels op het werk

Slide 1 - Slide

H4 - Regels op het werk
Doel van de les:

* Ik weet wat ik wel en niet mag betreft werk en een bijbaantje tot aan mijn 18e levensjaar. 

Slide 2 - Slide

Even herhalen:
Welke kleuren snijplanken zijn er en welke kleur hoort bij welk product?

Slide 3 - Mind map

Wat betekent de afkorting V&G ook alweer?
A
Veiligheid en gezond verstand
B
Veiligheid en gezelligheid
C
Veiligheid en gezondheid
D
Veilig werken en gezond verstand

Slide 4 - Quiz

4.4 Nog geen 18: wat mag je wel en niet?
Hoe ouder je bent, hoe meer je mag. Je wordt steeds sterker en wijzer. Daarom zijn de regels per leeftijd iets anders.

Je mag heel veel dingen pas vanaf een bepaalde leeftijd doen. Voor die leeftijd mag dat dus niet. Bij elke leeftijd staat er alleen wat er wel mag. Je moet daarom alles lezen om te weten wat je niet mag als je jonger bent. 

Slide 5 - Slide

13 en 14 jaar
Je mag alleen een beetje helpen en kleine klusjes doen.

Er moet altijd een begeleider in de buurt zijn.

Je mag geen machines gebruiken.
Je mag nog niet op stage. 

Slide 6 - Slide

15 jaar
Je mag zelfstandig werken.
Er hoeft niet altijd een begeleider in de buurt te zijn.

Voorbeelden van werk:
- ochtendkrant bezorgen
- vakken vullen
- bedienen in een restaurant
- groente en fruit plukken

Slide 7 - Slide

16 en 17 jaar
Je mag: 
- meer dan 10 kg tillen of 20 kg duwen/trekken
- langer dan 8 minuten in dezelfde houding werken.
- werk doen waarbij je zelf met geld moet omgaan.
- machines gebruiken waarbij je letsel kunt oplopen, zoals een cirkelzaag
- werken in een fabriek of op een bouwplaats
- werk doen waarbij je PBM's moet gebruiken
- alcoholhoudende drank op het werk rondbrengen


Slide 8 - Slide

16 en 17 jaar: deze werkzaamheden mag je alleen doen als je stagebegeleider erbij is.
Je stagebegeleider is erbij als je:
- moet werken als er instortingsgevaar bestaat,
- moet werken met irriterende, bijtende of ontplofbare stoffen (staat op verpakking), 
- moet werken met stoffen waarbij op het etiket staat 'onherstelbare effecten niet uitgesloten',
- moet werken met gassen onder druk en vloeibaar gemaakte gassen,
- met vuurwerk moet werken of andere dingen die kunnen ontploffen moet vasthouden,
- trekker moet rijden (op de weg alleen met trekkerrijbewijs),
- aanhangers of werktuigen moet aan- en afkoppelen,
- moet werken met wilde, giftige of op een andere manier gevaarlijke dieren,
- dieren moet slachten in het slachthuis,
- aan de lopende band met constante snelheid moet werken. 

Slide 9 - Slide

Gevaarlijke stoffen
Lopende band

Slide 10 - Slide

Vanaf 18 jaar
Mag je alles doen, ook dingen die voor 16 en 17 jarigen nog verboden zijn.
- Werken met bepaalde gevaarlijke stoffen, kankerverwekkende stoffen, stoffen die giftig zijn voor de voortplanting en stoffen die erfelijke eigenschappen veranderen,
- werken met stoffen die schadelijke straling kunnen uitzenden, bijv. (lasers en radar),
- werken met lawaai boven de 85Db(A),
- werken met gevaarlijke trillingen. 


Slide 11 - Slide

Je bent 17 jaar en je loopt stage bij een hovenier.

Wanneer moet je stagebegeleider erbij zijn?
A
Je moet materiaal verplaatsen met de trekker.
B
Je moet werken met een cirkelzaag.
C
Je moet veel PBM's aan op deze stage.
D
Je moet zware zakken tuinaarde tillen.

Slide 12 - Quiz

Welke werkzaamheden mag je als 13 en 14 jarige wel doen?
A
Groente en fruit plukken
B
Servetten vouwen
C
Helpen in een speeltuin
D
Werken met gassen

Slide 13 - Quiz

Welke werkzaamheden mag je doen als 15 jarige?

Slide 14 - Mind map

Welzijn is dat je regelmatig pauze kunt nemen op je werk.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Het is goed voor je gezondheid om tijdens je werk PBM's te dragen.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Wat betekent HACCP
A
gevarenanalyse en kritische controlepunten
B
gevaren analyse en karakteristieke controlepunten
C
gevarenanalyse en kansloze controlepunten
D
gevarenanalyse en krachtige controlepunten

Slide 17 - Quiz

Waar gebruik je de blauwe snijplank voor?

Slide 18 - Open question

Aan de slag!
Maak opdracht 7 tot en met 16.
Opdracht 15 vul je in voor jezelf en niet voor een klasgenoot. 

Begin op bladzijde 58.


timer
1:00

Slide 19 - Slide