H2 Ontwikkelen

H2 Ontwikkelen
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Psychologie/sociologieSecundair onderwijs

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H2 Ontwikkelen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Angst voor spinnen?
Of iets anders?
Hoe komt het?


https://www.parool.nl/amsterdam/vu-ontwikkelt-nieuwe-app-tegen-spinnenfobie-juist-blootstellen-aan-spinnen~bcb154e1/?referrer=https://www.google.be/

Slide 2 - Slide

2 kolommen op B en volgens nature/nurture aanvullen (maar nog geen titels)
1. Ontwikkelingsfactoren p. 25
dddd
                  nature
              nurture
- rol van erfelijkheid
- wat je krijgt bij je geboorte, dat is het
- pedagogisch negativisme
- rol van ervaring
- een mens is een blanco blad
- pedagogisch optimisme
Nog niet duidelijk? Kijk naar volgend fragment en probeer dan met je eigen woorden uit te leggen!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Nature/nurture: stellingenspel
- Iemand leest een stelling luidop.
- Hij/zij neemt plaats bij 'akkoord', 'niet akkoord' of 'twijfelaar'.
- Daarna gaan ook de anderen op de voor hen juiste plaats staan.  vraag je hem of haar ook meteen om zijn of haar mening.
- Zorg dat je je mening kan beargumenteren.
Als je wil, mag je na de discussie nog wel van
kamp wisselen. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Nature/nurture: Bio-ecologisch model van Bronfenbrenner
Urie Bronfenbrenner(1917-2005) is
een Russisch-Amerikaans psycholoog
die bekend is van het bio-ecologisch model.
- Verhuisd van Rusland naar de VS toen hij 6 was.
- Heeft na zijn Ph.D gewerkt als militair psycholoog
tijdens de tweede wereldoorlog

Kijk naar het fragment. Let goed op. Daarna komen er een aantal vragen!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

De kern van de ui is de bio van het individu.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe verder van de kern, hoe meer invloed je hebt op de impact van het systeem
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Relaties in het microsysteem zijn eenzijdig.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Het mesosyteem = relaties tussen de elementen uit het microsysteem.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Het chronosysteem (niet in boek) staat voor de geschiedenis én de impact van een gebeurtenis.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

De relatie tussen je ouders en je vrienden hoort in het macrosysteem.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Het macrosysteem zijn de maatschappelijke en culturele aspecten die een impact hebben (politiek, economie, waarden...)
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

1.2.2 Opvoedingsstijlen
Je krijgt een extra bundel van je leerkracht. Volg telkens goed de instructies!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Mishandeling en verwaarlozing van kinderen: opdracht p. 34
Onderzoeksopdracht -> instructies Google Classroom
- Tijd: 1 lesuur

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Link

Site Het Klokhuis over verwaarlozing en mishandeling.
Wat is een ontwikkelingsfase?
GWZ

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

2. Ontwikkelingsfasen
= fasen die de mens doorloopt van de geboorte tot aan zijn dood.

= beschrijft wat er van baby tot oudere ontwikkeld wordt en hoe dit gebeurt. 
Er zijn verschillende ontwikkelings(deel)gebieden, waaronder:
lichamelijk/motorisch
cognitief
emotioneel
sociaal
seksueel
spel
moreel


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

2. Ontwikkelingsfasen
Opdracht:
- neem een blad en werk per 2 (of 3)
- deel een mensenleven in met:
  • de verschillende levensfasen
  • de leeftijden (ongeveer) die daarbij horen


In een fase kan je een gevoelige periode doorlopen?
Wat zou een gevoelige periode kunnen betekenen? + opdracht 9 p. 35

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

2. Ontwikkelingsfasen
tabel

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

2. Ontwikkelingsfasen
Opdracht:
- je krijgt in een groepje een levensfase toegewezen
- kijk naar het filmpje en noteer een aantal typische 
belangrijke ontwikkelingen (in steekwoorden)
- denk aan:
lichamelijk/motorisch
cognitief
emotioneel
sociaal
seksueel
spel
moreel

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Link

Video bij opdracht levensfasen (helemaal onderaan scrollen)
Ontwikkelingstaken in elke fase
Baby/kleuter: (geboorte tot 6 jaar)
  • lopen
  • vast voedsel eten
  • praten
  • verschil tussen jongen en meisje begrijpen
  • gedachten en taal ontwikkelen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingstaken in elke fase
Lagere schoolkind (6 - 12 jaar):
  • fysieke behendigheid
  • gezonde attitudes
  • leren lezen, schrijven en rekenen
  • inzicht en kennis verwerven
  • zelfstandig leren zijn

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingstaken in elke fase
Adolescentie (12 - 20 jaar):
  • acceptatie eigen uiterlijk
  • omgaan met verwachtingen
  • nieuwe relaties
  • sociaal verantwoordelijk gedrag
  • ontwikkelen eigen visie

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingstaken in elke fase
Vroege volwassenheid (20 - 30 jaar):
  • uitwerken carrière
  • persoonlijke ontwikkeling en uitbreiding
  • samenleven

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingstaken in elke fase
Middenvolwassenheid (30 - 65 jaar):
  • aanvaarding van veroudering
  • aandacht voor sociale en burgerlijke verantwoordelijkheid
  • aanvaarden van veranderingen in relaties, met de partner
  • aanpassen aan ouder worden (ook als ouders)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingstaken in elke fase
Late volwassenheid (+65 jaar):
  • aanvaarding lichamelijke verandering
  • behouden flexibiliteit
  • verandering in relaties
  • aanpassen aan pensioen en verlaagd inkomen
  • verwerken van dood levenspartner en/of andere belangrijke personen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

2. Ontwikkelingsgebieden
= de ontwikkeling die je doorloopt op verschillende vlakken.

Onderscheid tussen 3 grote ontwikkelingsgebieden met elk nog deelgebieden:
  1. fysieke ontwikkeling
  2. cognitieve ontwikkeling
  3. socio-emotionele ontwikkeling

Deze drie gebieden worden verder onderverdeeld in een aantal deelgebieden!

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

2. Ontwikkelingsgebieden: opdracht
  • Zet je per 3.
  • Je krijgt een aantal kaartjes van de leerkracht. Je gaat proberen deze schematisch bij elkaar te plaatsen volgens de 3 hoofdontwikkelingsgebieden:
    1. Fysieke ontwikkeling
    2. Cognitieve ontwikkeling
    3. Socio-emotionele ontwikkeling
  •  Plaats nu de deelgebieden - en hun eventuele onderverdeling - erbij.
    Kijk goed naar eventuele kleuren en lees de voorbeelden.
  • Je krijgt hier ongeveer 10 minuten voor. 
timer
10:00

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

2. Ontwikkelingsgebieden
  1. fysieke ontwikkeling
    1.1 ontwikkeling van de lichaamsbouw
    1.2 sensomotorische ontwikkeling
  2. cognitieve ontwikkeling
    2.1 geheugen
    2.2 taal
    2.3 waarneming
    2.4 denken
  3. socio-emotionele ontwikkeling
    3.1 sociale ontwikkeling
    3.2 affectieve (emotionele) ontwikkeling
    3.3 morele ontwikkeling



Slide 33 - Slide

This item has no instructions

De fysieke en motorische ontwikkeling.
 Dit is de lichamelijke groei en de ontwikkeling van de motoriek. Dit wordt ook wel de sensomotorische ontwikkeling genoemd.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

De cognitieve ontwikkeling.
  Dit is de ontwikkeling van het denken, de creativiteit, de waarneming, het geheugen, de taal en de fantasie.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Sociaal emotionele ontwikkeling
De sociale ontwikkeling omvat het krijgen van begrip voor andere mensen en het ontwikkelen van positief gedrag en vaardigheden ten opzichte van de medemens. Hier valt ook sociale cognitie onder. Dat wil zeggen dat het kind kennis heeft van omgangsregels en relaties tussen mensen. 
De emotionele ontwikkeling wil zeggen dat het kind leert om de gevoelens van zichzelf en anderen te begrijpen en om daar goed mee om te gaan.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

De morele ontwikkeling
Dit is de ontwikkeling van het onderscheid tussen goed en kwaad, feitelijk dus de gewetensontwikkeling.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkeling van seksueel gedrag, lichaams- en lustbeleving, waardering voor eigen lichaam

Slide 38 - Slide

This item has no instructions