H2 Ontwikkelen HWE

H2 Ontwikkelen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Psychologie/sociologieSecundair onderwijs

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H2 Ontwikkelen

Slide 1 - Slide

Nature/nurture: stellingenspel
- Iemand leest een stelling luidop.
- Hij/zij neemt plaats bij 'akkoord', 'niet akkoord' of 'twijfelaar'.
- Daarna gaan ook de anderen op de voor hen juiste plaats staan.  vraag je hem of haar ook meteen om zijn of haar mening.
- Zorg dat je je mening kan beargumenteren.
Als je wil, mag je na de discussie nog wel van
kamp wisselen. 

Slide 2 - Slide

1. Ontwikkelingsfactoren p. 25
dddd
                  nature
              nurture
- rol van erfelijkheid
- wat je krijgt bij je geboorte, 'dat is het'
- pedagogisch negativisme
- rol van ervaring
- een mens is een blanco blad (Tabula Rasa)
- pedagogisch optimisme
Nog niet duidelijk? Kijk naar volgend fragment en probeer dan met je eigen woorden uit te leggen!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Nature/nurture: Bio-ecologisch model van Bronfenbrenner
Urie Bronfenbrenner(1917-2005) is
een Russisch-Amerikaans psycholoog
die bekend is van het bio-ecologisch model.
- Verhuisd van Rusland naar de VS toen hij 6 was.
- Heeft na zijn Ph.D gewerkt als militair psycholoog
tijdens de tweede wereldoorlog

Kijk naar het fragment. Let goed op. Daarna komen er een aantal vragen!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

De kern van de ui is de bio van het individu.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Hoe verder van de kern, hoe meer invloed je hebt op de impact van het systeem
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Relaties in het microsysteem zijn eenzijdig.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Het mesosyteem = relaties tussen de elementen uit het microsysteem.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Het chronosysteem (niet in boek) staat voor de geschiedenis én de impact van een gebeurtenis.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

De relatie tussen je ouders en je vrienden hoort in het macrosysteem.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Het macrosysteem zijn de maatschappelijke en culturele aspecten die een impact hebben (politiek, economie, waarden...)
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

1.2.1 Bio-ecologische model p.26
Nature - 'bio' - individu
Nurture - 'omgeving' - alle kringen rondom het individu
--> Deze omgevingsinvloeden bepalen mee in hoeverre de aangeboren kenmerken van het kind tot uiting komen.

vb. zangtalent
vb. hoog IQ meisje in Afghanistan

Slide 14 - Slide

1.2.1 Bio-ecologische model p.27
Microsysteem - onmiddellijke omgeving (school, gezin, werkplek, vrienden...); wederzijdse beïnvloeding
Mesosysteem - manier waarop microsysteem met elkaar omgaan
Exosysteem - ruimere omgeving (bredere familie, kennissen, woonomgeving, buurtvoorzieningen, (sociale) media)
Macrosysteem - cultuur (gewoontes, wetten, tradities...)

Slide 15 - Slide

1.2.1 Bio-ecologische model p.27
Oef.2 p.27
Oef.3 p.28

Slide 16 - Slide

1.2.2 Opvoedingsstijlen
Oef.4 p.28 
Opdracht voor thuis!
Deadline: vrijdag 11-10-2024

Vervolg les... 
Cursussen mogen toe.

Slide 17 - Slide

1.2.2 Opvoedingsstijlen
Je krijgt een extra bundel van je leerkracht. Volg telkens goed de instructies!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Welke levensfasen kennen jullie?

Slide 20 - Mind map

Geef voorbeelden van menselijke ontwikkeling...

Slide 21 - Mind map

2. Ontwikkelingsfasen
Opdracht:
- neem een blad en werk per 2 (of 3)
- deel een mensenleven in met:
  • de verschillende levensfasen
  • de leeftijden (ongeveer) die daarbij horen
  • enkele voorbeelden die zich ontwikkelen in die fase 
In een fase kan je een gevoelige periode doorlopen.
Wat zou een gevoelige periode kunnen betekenen?

Slide 22 - Slide

2. Ontwikkelingsfases p.30
= fasen die de mens doorloopt van de geboorte tot aan zijn dood

= beschrijft wat er van baby tot oudere ontwikkeld wordt en hoe dit gebeurt

Er zijn verschillende ontwikkelings(deel)gebieden, waaronder:
lichamelijk/motorisch, cognitief, emotioneel, sociaal, seksueel, spel, moreel, taal...
Gevoelige periodes?


Slide 23 - Slide

2. Ontwikkelingsfases p.31
Havighurst 
  • Per levensfase specifieke ontwikkelingstaken - meer kans gelukkig zijn en aanvaard worden
  • 3 soorten veranderingen: lichamelijke rijping, persoonlijke ontwikkeling en groeiende verwachtingen van de maatschappij
  • Welke fases hebben jullie gisteren omschreven?

Slide 24 - Slide

2. Ontwikkelingsfases p.30
Gevoelige periode - periode dat iemand beter in staat is om iets nieuws te leren

Vb'en?

Slide 25 - Slide

2. Ontwikkelingsfases p.31
tabel

Slide 26 - Slide

2. Ontwikkelingsfases p.31
Opgelet!!
De fases en ontwikkeling lopen voor de meeste mensen ongeveer gelijk, MAAR niet iedereen doet alles even snel.

Ieder eigen tempo (geen wedstrijd)! 
NIET: 'harde' grenzen tussen ontwikkelingsfases
WEL: gemiddelde leeftijden

Vb'en?

Slide 27 - Slide

2. Ontwikkelingsgebieden p.32
Welke voorbeelden van ontwikkeling hebben jullie gisteren per levensfase opgeschreven? 

Slide 28 - Slide

2. Ontwikkelingsgebieden: opdracht
  • Zet je per 3.
  • Je krijgt een aantal kaartjes van de leerkracht. Je gaat proberen deze schematisch bij elkaar te plaatsen volgens de 3 hoofdontwikkelingsgebieden:
    1. Fysieke ontwikkeling
    2. Cognitieve ontwikkeling
    3. Socio-emotionele ontwikkeling
  •  Plaats nu de deelgebieden - en hun eventuele onderverdeling - erbij.
    Kijk goed naar eventuele kleuren en lees de voorbeelden.
  • Je krijgt hier ongeveer 10 minuten voor. 
timer
10:00

Slide 29 - Slide

2. Ontwikkelingsgebieden
  1. fysieke ontwikkeling
    1.1 ontwikkeling van de lichaamsbouw
    1.2 sensomotorische ontwikkeling
  2. cognitieve ontwikkeling
    2.1 geheugen
    2.2 taal
    2.3 waarneming
    2.4 denken
  3. socio-emotionele ontwikkeling
    3.1 sociale ontwikkeling
    3.2 affectieve (emotionele) ontwikkeling
    3.3 morele ontwikkeling



Slide 30 - Slide

De fysieke en motorische ontwikkeling.
 Dit is de lichamelijke groei en de ontwikkeling van de motoriek. Dit wordt ook wel de sensomotorische ontwikkeling genoemd.

Slide 31 - Slide

De cognitieve ontwikkeling.
  Dit is de ontwikkeling van het denken, de creativiteit, de waarneming, het geheugen, de taal en de fantasie.

Slide 32 - Slide

Sociaal emotionele ontwikkeling
De sociale ontwikkeling omvat het krijgen van begrip voor andere mensen en het ontwikkelen van positief gedrag en vaardigheden ten opzichte van de medemens. Hier valt ook sociale cognitie onder. Dat wil zeggen dat het kind kennis heeft van omgangsregels en relaties tussen mensen. 
De emotionele ontwikkeling wil zeggen dat het kind leert om de gevoelens van zichzelf en anderen te begrijpen en om daar goed mee om te gaan.

Slide 33 - Slide

De morele ontwikkeling
Dit is de ontwikkeling van het onderscheid tussen goed en kwaad, feitelijk dus de gewetensontwikkeling.

Slide 34 - Slide

Ontwikkeling van seksueel gedrag, lichaams- en lustbeleving, waardering voor eigen lichaam

Slide 35 - Slide

H2: onderzoeksopdracht ontwikkelings(deel)gebieden
Je gaat werken in groepjes van 2 of 3.

Luister goed naar de instructies van je leerkracht en open de filmpjes die je moet kijken via het document in Google Classroom.

Slide 36 - Slide