4HAVO_Scheikunde_H2.2_Chemie les 2

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Chemie paragraaf 2.2 

Les 2

Leg vast klaar: boek, schrift en Binas

Later ook device nodig, nu nog dicht

Programma

• Opening les
• Controle boeken en huiswerk
• Bespreken huiswerk
• Leerdoelen
• Keuze moment
• Aan opdrachten werken
  
• Huiswerk
• Einde les

Leerdoel van deze les

Je weet dat een atoom is opgebouwd uit: electronen, protonen en neutronen

Je weet waar de kerndeeltjes in het atoom zitten

Je weet wat isotopen zijn

Controle boeken en huiswerk

• Bestuderen: H2.2 blz 19 t/m 21

Een atoom bestaat uit...

1. Een kern en een elektronenwolk
2. Een harde knikker
3. Een zon met daar omheen planeten
4. Gel

In de kern van een atoom bevinden zich...

1. Protonen
2. Neutronen
3. Protonen en elektronen
4. Neutronen en protonen

Wat is het verschil tussen het atoommodel volgens Rutherford en het atoommodel volgens Bohr?

1. Volgens Rutherford zitten protonen in een wolk om de kern heen. Bohr zegt dat ze georganiseerd zijn in schillen.
2. Volgens Rutherford zitten neutronen in een wolk om de kern heen. Bohr zegt dat ze georganiseerd zijn in schillen.
3. Volgens Rutherford zijn elektronen georganiseerd in schillen om de kern. Bohr zegt dat ze georganiseerd zijn in een wolk.
4. Volgens Rutherford zijn elektronen georganiseerd in een wolk om de kern. Bohr zegt dat ze georganiseerd zijn in schillen.

Een isotoop is ...

1. ...een atoom met hetzelfde aantal protonen, maar een verschillend aantal neutronen.
2. ...een atoom met hetzelfde aantal elektronen, maar een verschillend aantal neutronen.
3. ...een atoom met hetzelfde aantal neutronen, maar een verschillend aantal elektronen.
4. ...een atoom met hetzelfde aantal neutronen, maar een verschillend aantal protonen.

Bespreken huiswerk

• Zijn er vragen over het leeswerk?

Leerdoelen

• Je kan een atoom beschrijven met behulp van het atoommodel van Rutherford.
• Je kan een atoom beschrijven met behulp van het atoommodel van Bohr.
• Je weet wat isotopen zijn.
• Je kan de massa van een atoom bepalen.

Keuze moment

Keuze 1:

Luisteren naar instructie

Keuze 2:

Maken 23 t/m 26

De bouw van een atoom

Het atoommodel van Rutherford:

• Kern met protonen en neutronen
• Rond de kern zit een wolk van elektronen
• Een atoom is elektrisch neutraal

De bouw van een atoom

Het atoommodel van Bohr:

• Kern met protonen en neutronen
• Rond de kern zitten elektronen georganiseerd in schillen
• Een atoom is elektrisch neutraal

Het atoommodel

Het model van Bohr is eigenlijk voortgekomen uit het model van Rutherford (Bohr was een student van Rutherford).

Gemeenschappelijk in beide modellen:

• Een kern met daarin protonen en neutronen
• Om de kern elektronen

Het atoommodel

Protonen (Kern)

• Massa: 1 u (atomaire massa eenheid, 1 u = 1,66 * 10^-24 gram) 
• Lading: +1  

Neutronen (Kern)

• Massa: 1 u (atomaire massa eenheid, 1 u = 1,66 * 10-24 gram)  
  
• Lading: 0
  

Elektronen (Wolk/Schillen)

• Massa: verwaarloosbaar
• Lading: -1  

Het atoommodel

Protonen

• Aantal protonen bepaalt indentiteit atoom --> Atoomnummer

Neutronen

• Deeltjes die zorgen dat de positieve deeltjes bij elkaar blijven
• Neutronen en protonen zitten samen in de kern
• Massagetal = aantal deeltjes in kern = protonen + neutronen
• Atoommassa is ongeveer gelijk aan aantal deeltjes in de kern

Elektronen

• Aantal elektronene is gelijk aan aantal protonen bij atoom (elektrisch neutraal)

Het atoommodel voor een O-atoom

Voorbeeld: Zuurstof     

• Atoomnummer 8 (Tabel 40 A en Tabel 99)
• 8 protonen (want atoomnummer = aantal protonen)
• 8 elektronen (want atoom is elektrisch neutraal)
• Tabel 99: Atoommassa = 16.00, dus 16 kerndeeltjes
• 8 neutronen (want 16 kerndeeltjes, waarvan 8 protonen)
  

Het atoommodel voor een K-atoom

Voorbeeld: Kalium

• Atoomnummer 19 (Tabel 40 A en Tabel 99)
• 19 protonen (want atoomnummer = aantal protonen)
• 19 elektronen (want atoom is elektrisch neutraal)
• Tabel 99: Atoommassa = 39,10, dus 39 kerndeeltjes
• 20 neutronen ( 39 - 19 = 20 )
  

Het atoommodel

Vul de tabel in voor Rf

Het atoommodel

Het atoommodel

K-schil: 2 elektronen

L-schil: 8 elektronen

M-schil:

• 8 elektronen als buitenste schil
• 18 als niet de buitenste schil

N-schil

• 8 elektronen als buitenste schil
• 18 als één-nabuitenste schil
• 36 als niet de buitenste of één-nabuitenste schil

Het atoommodel

Het atoommodel

Welk atoom is dit?

Welk atoom is dit?

Het atoommodel

Voorbeeld: Chloor

• Atoomnummer 17 (Tabel 40 A en Tabel 99)
• 17 protonen (want atoomnummer = aantal protonen)
• 17 elektronen (want atoom is elektrisch neutraal)
• Tabel 99: Atoommassa = 35.45, dus 36 kerndeeltjes
• 19 neutronen (want 36 kerndeeltjes, waarvan 17 protonen)
  

Isotopen

Isotopen: Zelfde aantal protonen, maar verschillend aantal neutronen

• Tabel 25 BINAS

Opdrachten maken

Applet https://phet.colorado.edu/nl/simulation/build-an-atom

Maak de eerste 10 atomen van het periodiek systeem.

Maken 23 t/m 26

Bespreken opdrachten

Bespreken 23 t/m 26

Leerdoel van deze les

Je weet dat een atoom is opgebouwd uit: electronen, protonen en neutronen

Je weet waar de kerndeeltjes in het atoom zitten

Je weet wat isotopen zijn

Huiswerk

Maken opdracht 28 en 29