[2C] Paragraaf 3.4

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Welkom!

Bespreken opdrachten 

Paragraaf 3.5 opdracht 70 t/m 73 en 75 t/m 76 (blz. 141)

3.4 Mengen en scheiden

Aan het einde van deze les kun je: 

• verschillen tussen een suspensie en oplossing benoemen
  
• de scheidingsmethoden filtreren en indampen beschrijven
• aangeven wat het filtraat en het residu is
• de juiste scheidingsmethode bij een gegeven mengsel kiezen

3.4 Mengen en scheiden

Twee soorten mengsels

• Mengsel bestaat uit 2 of meer stoffen
• Oplossing is een helder mengsel (doorzichtig) van vaste stof in vloeistof 
• Suspensie is een troebel mengsel (niet doorzichtig) van vaste stof in vloeistof

 Blz. 131

Aan de slag!

Wat? Maak paragraaf 3.4 opdracht 54 t/m 57 (blz. 134)
Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
Tijd? 10 min
Hulp? Probeer het samen op te lossen. Lukt het niet? Vraag dan de docent
Resultaat? Je kunt verschillen tussen een suspensie en oplossing benoemen

Klaar? Maak opdracht 58 en 59

3.4 Mengen en scheiden

Filtreren en indampen

• Filtreren haalt vaste stof uit suspensie
• Vloeistof kan wel door filter, vaste stof niet
• Filtraat is vloeistof die door het filter loopt
• Residu is vaste stof die achter blijft op het filter

 Blz. 131

3.4 Mengen en scheiden

Filtreren en indampen

• Indampen haalt vaste stof uit oplossing
• Vloeistof verdampt
• Residu is vaste stof die achter blijft op het indampschaaltje
  

 Blz. 131

Aan de slag!

Wat? Maak paragraaf 3.4 opdracht 54 t/m 57, 60 t/m 67, 77 en 78 
Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
Tijd? 10 min
Hulp? Probeer het samen op te lossen. Lukt het niet? Vraag dan de docent
Resultaat? Je kunt verschillen tussen een suspensie en oplossing benoemen

Klaar? Maak opdracht 58, 59, 68, 69 en 79

Af voor de volgende les

Paragraaf 3.4 opdracht 54 t/m 57, 60 t/m 67

Paragraaf 3.5 opdracht 77 en 78

Aan de slag!

Wat? Maak 3.3 opdracht 34 t/m 37, 39, 41 t/m 43 en 45 (blz. 127 of online)
Hoe? Werk zelfstandig binnen je team
Tijd? 15 min
Hulp? Probeer het samen op te lossen. Lukt het niet? Vraag dan de docent
Resultaat? Je kunt eigenschappen van vaste stof, vloeistof en gas noemen, uitleggen dat smeltpunt en kookpunt stofeigenschappen zijn en beschrijven hoe de temperatuurschaal van Celsius is opgebouwd

Klaar? Maak opdracht 38, 40 en 44

Practicum

Wat? Voer practicum 2 op blz. 146 uit 
Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
Tijd? 20 min
Hulp? Probeer het samen op te lossen. Lukt het niet? Vraag dan de docent
Resultaat? Je kunt stoffen herkennen

Klaar? Ruim de materialen op en lees alvast blz. 110

2.4 Kleuren maken 

Kleurfilter

• Kleurfilter laat maar één kleur door en absorbeert (= opnemen) andere kleuren 

Blz. 83

Kleuren zien

2.4 Kleuren maken 

Licht mengen

• Primaire kleuren voor licht (RGB): rood, groen en blauw 
• Hoe meer kleuren je mengt, hoe lichter de mengkleur (dat is dus anders dan bij verf!)

Blz. 83

Kleuren zien

Rood + groen = geel

Rood + blauw = magenta (paars)

Blauw + groen = cyaan (groenblauw)

Rood + groen + blauw = wit

3.3 Faseovergangen

Aan het einde van deze les kun je: 

• Eigenschappen van de fasen vaste stof, vloeistof en gas noemen
• Uitleggen dat smeltpunt en kookpunt stofeigenschappen zijn
• Beschrijven hoe de temperatuurschaal van Celsius is opgebouwd
• De temperatuurlijn gebruiken om de fase van een stof te bepalen