Describing things 2 vmbo bk

DESCRIBING THINGS


Lesdoel:
Je kunt dingen omschrijven die je ziet

'Look! I have a tiny man in my large hand'
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

DESCRIBING THINGS


Lesdoel:
Je kunt dingen omschrijven die je ziet

'Look! I have a tiny man in my large hand'

Slide 1 - Slide

WHAT IS IT?
Bij omschrijven van wat je ziet, gebruik je bijvoeglijke naamwoorden.

Je gebruikt het om iets nader te omschrijven.

We doen dit hele dagen bij bijna alles wat we zeggen.
Het is handig om iets duidelijker te maken

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord:

1. zegt iets over het zelfstandig naamwoord
2. je kunt er de, het of een voor zetten.

'De vrouw met de rode jas'
'The woman in the red coat'

Slide 3 - Slide

In welke situaties beschrijven we dingen en mensen?

Slide 4 - Mind map

This car has a ........ tire.

Slide 5 - Open question

This man carries a ...... rock.

Slide 6 - Open question


He has bought ....... shoes.
A
heavy
B
tiny
C
shiny
D
huge

Slide 7 - Quiz


Wow! Those are ....... mountains!
A
high
B
flat
C
giant
D
wide

Slide 8 - Quiz

SOME EXAMPLES
tiny house (heel klein)

huge bed (reusachtig)
heavy rock (zwaar)
long road (lang)
wide (breed)
round (rond)
shiny (glanzend, glimmend)
old (oud)
brand new (gloednieuw)







Slide 9 - Slide

This is a ....... feather

Slide 10 - Open question

The earth is a ....... globe

Slide 11 - Open question


This table is made of ..........
A
metal
B
wool
C
rock
D
wood

Slide 12 - Quiz

Can you describe what you see?

Slide 13 - Slide

Can you describe what you see?

Slide 14 - Slide

So far for this part
stow away your phones 
open your books
let's look at your Stones

Slide 15 - Slide