3.2 temperatuurverschillen op aarde

3.2 Wereld: Temperatuurverschillen op aarde
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

3.2 Wereld: Temperatuurverschillen op aarde

Slide 1 - Slide

Wat is weer?

Slide 2 - Open question

Wat is klimaat?

Slide 3 - Open question

Welke klimaten ken je?

Slide 4 - Open question

Atmosfeer
De temperatuur op aarde is niet te heet en niet te koud. Dit danken wij aan de atmosfeer.

  • Zonder atmosfeer zou de temperatuur ‘s nachts steenkoud worden.
  • De atmosfeer wordt  indirect verwarmd door de zon.
  • Hoe hoger in de atmosfeer, des te lager de temperatuur

Slide 5 - Slide

Hoe hoger in de atmosfeer, des te lager de temperatuur

Temperatuur neemt gemiddeld af met 6 graden per kilometer


Slide 6 - Slide

Temperatuur
Iedere dag meten meteorologen de gemiddelde dagtemperatuur met behulp van de:
  • maximumtemperatuur
  • minimumtemperatuur

Met behulp van de gemiddelde dagtemperatuur kun je het klimaat beschrijven.


Slide 7 - Slide

Temperatuur
Wanneer je een klimaatgrafiek ziet, gaat het altijd over de gemiddelde temperatuur van een hele dag, dus het gemiddelde van de minimum- en maximumtemperatuur.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Invalshoek van de zon
Omdat de aarde een bol is, is de invalshoek van de zon overal op aarde anders.

Slide 10 - Slide

Invalshoek van de zon
De stand van de zon verschilt met de breedteligging. 
  • Op hoge breedte moeten de zonnestralen een groter oppervlak verwarmen en leggen ze een grotere afstand af door de atmosfeer. 
  • Gebieden bij de evenaar krijgen wel drie keer zoveel zonne-energie als bij de polen.

Slide 11 - Slide

Breedteligging
Nederland ligt op 52o NB:
  • Zonnestralen vallen schuin op aardoppervlak

Evenaar ligt op 0o NB/ZB:
  • Zonnestralen vallen recht op aardoppervlak
  • 3x zoveel zonne-energie als de polen

Slide 12 - Slide

Breedteligging
Op hoge breedte is het kouder dan op lagere breedte:
  • Zon straalt schuin in, verwarmt groter oppervlak
  • Zonnestralen leggen langere weg door de atmosfeer af

Slide 13 - Slide

  • Keine schaduw
  • Hoge zonnestand
  • Hoge temperaturen op hoge breedte

  • Groot oppervlak wordt verwarmd
  • Kleine invalshoek
  • Lage temperaturen op lage breedte

Slide 14 - Slide

Wat heb je geleerd en wat snap je nog niet helemaal.

Slide 15 - Open question