Grammatica - t/m onbep.vnw

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

'WAT' kan een vragend voornaamwoord zijn en een onbepaald voornaamwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quiz

Formatief SO woordsoorten
- Onder de 12 = onvoldoende
- 12, 13 of 14 punten = voldoende
- 15, 16 of 17 punten= goed

Bij vraag 4 is het antwoord '3' of '4'. 
- BETER DE VRAGEN LEZEN!
- NIET TE SNEL ANTWOORDEN!




Slide 3 - Slide

Het sneeuwt een dag en meteen is er dikke pret.
HET = ......
A
Bepaald lidwoord
B
Onbepaald lidwoord
C
Geen lidwoord

Slide 4 - Quiz

'Het sneeuwt en meteen is ....'
Waarom is dit geen lidwoord?
- Er staat geen zelfstandig naamwoord achter. 
- Het geeft aan wat voor weer het is. 

HET is een .... als het om weersomstandigheden gaat.

Slide 5 - Slide

Dat meisje liep alleen op straat maar het kon nog niet praten.
HET = .....
A
Bepaald lidwoord
B
onbepaald lidwoord
C
Persoonlijk voornaamwoord
D
Onbepaald voornaamwoord

Slide 6 - Quiz

'Het'
- Bepaald lidwoord: Als er een zelfstandig naamwoord achter staat. Let op! Er kan nog wel een BN tussen staan!

- Persoonlijk voornaamwoord: Als het naar een zaak of persoon verwijst.

- Onbepaald voornaamwoord: Als 'het' een sfeer, tijd of weersomstandigheden aan geeft. 

Slide 7 - Slide

We willen graag lekker warm worden.
WORDEN = ......

Slide 8 - Open question

Koppelwerkwoord
- ZWoBBeLS HDV (andere werkwoorden zijn GEEN KW).
- Het koppelwerkwoord hoort bij het NG (het onderwerp IS iets).
- In een NG-zin kan er 1 of meerdere HW's staan.
- In een NG-zin staat er altijd een KW. 

Wij willen graag lekker warm worden.

Slide 9 - Slide

Voetballen lukt niet op het besneeuwde veld.
VOETBALLEN = ....
A
Zelfstandig naamwoord
B
Zelfstandig werkwoord
C
Hulpwerkwoord

Slide 10 - Quiz

Werkwoorden als ZN
Hardlopen is leuk.
Schaatsen doen we vaak.
Voetballen lukt niet.

- Het gaat om de handeling zelf en niet om het 'doen' ervan.
- Je kan er een lidwoord (het) voor denken of juist vervangen door een lidwoord (het).

Slide 11 - Slide

Laatste vraag in toets
'Maak een zin met een of meerdere hulpwerkwoorden en een koppelwerkwoord'. 

1. Ga naar je toets en kijk welke zin je hebt ingevuld. Waarom is de zin wel of niet goed? 
(Schrijf je zin over in Lessonup).

Slide 12 - Slide

Neem je zin over en geef aan waarom het wel of niet goed is.
Laat zien dat je de begrippen HW, KW (en/of ZW) begrijpt.
(5 min)

Slide 13 - Open question

Huiswerk bespreken
Nieuw Nederlands
Woordsoorten H5 
Opdracht 1, 2 en 4.

Slide 14 - Slide

Huiswerk volgende les
Bestuderen theorie H6 woordsoorten
Nakijken opdracht 2 van H5 woordsoorten 
1Ac: zie drive
1Ad: zie classroom


Slide 15 - Slide