2022-26jan Aquatische Organismen

Zeelt (Tinca tinca)

1 / 8
next
Slide 1: Slide
BiologieMBOStudiejaar 1-3

This lesson contains 8 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Zeelt (Tinca tinca)

Slide 1 - Slide

Wat weet ik van de Zeelt?
lichaamsbouw:
  • heeft 2 baarddraden
  • heeft een oranje iris
  • heeft kleine schubben
  • heeft een slijmerige huid
  • heeft afgeronde vinnen
  • rugvin en buikvinnen beginnen op dezelfde hoogte
  • heeft een brede staartwortel
  • startvin bijna recht afgesneden
Wat weet ik van de Zeelt?
gedrag:
  1. vooral planteneter
  2. eet daarnaast ook kleine bodemdieren
  3. kan hoge temperaturen verdragen
  4. kan lage zuurstofconcentraties verdragen
  5. rustige vis

Slide 2 - Slide

Zeelt (Tinca tinca)

Slide 3 - Slide

Zeelt
(Meulenhoff 1958-plaat: vissen-1 nr377-tekst blz36) 
Tinca tinca. Tot 50 cm. Vrij rond. Vinnen afgerond Schubben klein. Twee kleine baarden. Kleur groen of bruin donker. Vinnen roodachtig (of zwartachtig, red.) Voedsel: bodemdieren, planten. Voortplanting: mei-juni op ondiepe plaatsen.

Slide 4 - Slide

Zeelt
(Chinery, M. 1983-blz122 (tekst)-123 (afb.) 
Tinca tinca. 70 cm. 
Sterk gebouwde vis met afgeronde vinnen en erg kleine schubben. De kop is dik en slijmerig. Een paar voeldraden in de hoeken van de bek.
Woongebied: Langzaam stromende rivieren, kanalen en meren; meestal tussen planten bij de bodem. Graaft in modder om de winter door te komen.Verdraagt hoge tempereaturenen laagzuurstofgehalte in de zomer goed.
Paaitijd: juni-juli. Eitjes aan planten in ondiep water.

Slide 5 - Slide

Zeelt
Bos- en Natuurbeheer in Ned. Deel : Levensgemeenschappen H.M. Beije / Higler, Bert 1994-blz115 (tekst)
Hoofdstuk 10: Duinmeren
Kenmerkende soorten....
...De weelderige plantengroei leidt tot een rijkdom aan waterinsekten zoals libellen, haften, watertorren en waterwantsen. Ook zijn er verschillende soorten slakken en erwtenmosseltjes. opvallend is het ontbreken van de gewone vlokreeft. Vande amfibieën vinden we in duinmeren de rugstreeppad, gewone pad, bruine kikker en kleine watersalamander. Van de vissen worden regelmatig de tiendoornige stekelbaars, zeelt, paling en voorn angetroffen. een enkele keer komt ook jonge bot voor die wellicht door meeuwen is aangeveoerd. Roofvissen als baars en snoek zijn zeldzaam of ontbreken. De aanwezigheid van veel visetende vogels, de helderheid, de ondiepte en reglmatig optredende tijdelijke uitdroging zijn oorzaak van een betrekkelijke lage visstand...

Slide 6 - Slide

Zeelt
Flügel, Prof. Dr. Hans-Jürgen et al, The Reader's Digest (1986)
58-59blz120 (tekst+kleurenafbeelding)
Zeelt: Tinca tinca
Het uiterlijk van de zeelt is onmiskenbaar -de brede staartwortel, de afgeronde vinnen, de koperglans van de donkergroene tot bruine rug en de lichtere zijden, korte baarddraden en slijmige huid met vele kleine schubben. Zijn verspreidingsgebeid strekt zich over vrijwel geheel Europa uit en verder oostwaarts over Aziatisch Rusland. het is een vis van langzaam stromende wateren en dicht begroeide plassen, vaarten en sloten.
De mannetjes zijn na 3 jaar geslachtsrijp, de wijfjes na 4 jaar.Het paaien vindt bij een watertemperatuur van minstens18C plaats. Het wijfje legt in een seizoen gemiddeld zo'n half miljoen eitjes, waarvan er talooze te gronde gaan. Bovendien is de sterfte onder jonge Zeelten in het eerste jaar zeer groot. Afhankelijk van de temperatuur komen de eieren na 3-6 dagen uit. Na 10 dagen is de dooierzak opgeteerd en gaan de jongen actief zwemmend op zoek naar plankton. Ze groeien langzaam. Als ze wat groter zijn, eten ze ook allerlei insektenlarven, erwtenmosseltjes, enz. Vroeger dichtte men hem allerlei geneeskrachtige eigenschappen toe. ('vandaar Doktervis",red,)
Het lichaam is zwaar en hoog, met een brede staartwortel en grote afgeronde vinnen. De staart is nauwelijks gevorkt. Van boven bronsgroen tot -bruin, aan de buikzijde een gele zweem; rode ogen. De schubben zin klein en steken diep in de dikke, glanzende, slijmige huid. Exemplaren boven de 50cm komen zeer zelden voor. De krote baarddraad in elke mondhoek dient voor het vinden van prooi.

Slide 7 - Slide

Zeelt
Garms, Dr. Harry 1964-blz120 (tekst+kleurenafbeelding)
Zeelt: Tinca tinca
Grootte: 20-50cm; Paaitijd: 5-6
Bijzonddere kenmerken:
Rugvin kort, ondervinnen afgerond, 2 baarddraden. 

Slide 8 - Slide