Dagbesteding les 8

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Dagbesteding

les 8

les agenda 

• Terugblik vorige les
• Behandelen theorie


• Vragen?

sociaal psychologische component

1. kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
2. het uitvoeren van de handeling is automatisme
3. je durft de handeling in de praktijk toe te passen
4. je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Cognitieve component

1. kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
2. het uitvoeren van de handeling is automatisme
3. je durft de handeling in de praktijk toe te passen
4. je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

handelingscomponent

1. kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
2. het uitvoeren van de handeling is automatisme
3. je durft de handeling in de praktijk toe te
4. je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

motorische component

1. kennis die je nodig hebt om te begrijpen hoe en waarom je iets doet
2. het uitvoeren van de handeling is automatisme
3. je durft de handeling in de praktijk toe te passen
4. je kunt de handeling in verschillende situaties toepassen

Dagbesteding

Thema 1 Activiteiten aanbieden

Hoofdstuk 4 Methodisch begeleiden van dagbesteding

Leerdoel: aan het einde van de les weet je wat de methodische cyclus is, wat de begin situatie is en waaraan je moet denken bij het opstellen van doelen. 

 

Methodische cyclus

Beginsituatie: 
- Gericht informatie verzamelen

Er is een  verschil in directe informatie                                                  en indirecte informatie. 

Op welke manier kun je informatie verzamelen over de cliënt?

Stap 1: Beginsituatie

Eerste indruk : een warm welkomstgevoel laten ervaren --> veiligheid is een basisvoorwaarde. 

Voorinformatie:  is er al een dossier? 

De hulpvraag: deze is leidend. 

Beginsituatie

Gericht observeren

- Hoe maakt hij contact in de groep? 

- Hoe reageert de groep op hem? 
- Hoe maakt hij contact met het materiaal, de opdracht?

- Wat zijn mogelijkheden (en onmogelijkheden) m.b.t emotionele en cognitieve vaardigheden

- Zijn er bijzondere gedragingen 

-  Welke nog meer? 

Wat is het verschil tussen een impliciete en een expliciete hulpvraag?

Impliciete hulpvraag:

Onuitgesproken, maar latent aanwezig veronderstelde hulpvraag

Expliciete hulpvraag:

Uitdrukkelijk uitgesproken hulpvraag

Soorten informatie lijsten

Doel: het verkrijgen van extra informatie van en over een cliënt. 

- Intakelijst aan de hand van de levensloop; 

- Open intakelijst; 
- Hulpvraaggerichte intakelijst. 

Analyse van de beginsituatie

Alle Informatie ordenen en de inhoud moet juist worden geïnterpreteerd. 

--> het doel is om te komen tot een doelformulering en een aansluitende activiteitenkeus. 

Stap 2: doelen formuleren
Wat is belangrijk bij het stellen van doelen?

Stap 2: Doelen formuleren

Samen met de cliënt bepaal je waar je uit wilt komen. 

Doelen geven richting aan je handelen. 

Er zijn hoofddoelen en werkdoelen te onderscheiden. 

Casus

Mevr P. is 51 jaar. Ze werd een jaar geleden getroffen door een CVA en raakte halfzijdig verlamd en heeft problemen met communiceren. Hierdoor kan zij niet terugkeren als onderwijzer op de basisschool. Het werken met de kinderen was haar lust en leven. Na een ziekenhuisopname verblijft ze nu in het verpleeghuis waar ze verder revalideert. Het team gaat stapsgewijs te werk om samen met haar zelfstandig wonen te realiseren.  

Wat is belangrijk in de beginsituatie? 

Wat is het hoofddoel? 

 

Casus

In het team is de voortgang besproken en het thema is zelfstandigheid 

De doelstelling wordt als volgt geformuleerd: 

Mevrouw van Putten heeft haar handicap geaccepteerd, functioneert zelfstandig en heeft weer een zingeving in haar verder bestaan. 

Welke werkdoelen kun je hierbij formuleren? 

Bedankt voor de aandacht. 

Zijn er nog vragen? 

Neem door uit het boek: 

paragraaf 4.4, 4.5 en 4.6