Wat: Een mini poster maken met alle tips om de woordsoorten en zinsdelen te benoemen.
Hoe: Elk groepje heeft op de achterkant van het blad woordsoort of zinsdeel staan. Heb je woordsoort staan? Dan maak je een poster in je groep, hoe je alle zn, bn, sbn, vz, olw en blw kan vinden en onthouden.
Heb je zinsdeel dan maak je in de groep een poster met daarop alle tips en stappen om de pv, ow, lv en wg te vinden en waar je dit kan oefenen.
Tip: Verdeel de taken en werk eerst op 1 laptop per groep, hierop worden de tips besproken en beschreven.
Tijd: 25 minuten.
Met wie: Je laptop, je creatieve brein en de groepsleden.