Een tekst wordt leuker en duidelijker als je zo nu en dan een voorbeeld gebruikt om:
-> moeilijk woord uitleggen
-> situatie duidelijk maken
Slide 7 - Slide
Je kondigt een voorbeeld aan met een signaalwoord: bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals, als, denk maar aan, een dubbele punt (:)
Slide 8 - Slide
Formuleren hoofdstuk 5
Hondje loopt op straat. Er valt iets naar beneden. Het is een blad. Een mooi geel blad. En dan nog één. Gele blaadjes vallen zomaar op de grond. Hondje kijkt omhoog. Dat is raar. Hij plast. Er valt een blad. Het is een groen blad. Hondje loopt door. Hij ziet nog een blad. Het is een mooi rood blad.