Interspecifieke relaties

• Biologie
• Secundair onderwijs

Interspecifieke relaties

Wat betekent interspecifiek?

Wat betekent symbiose?

1. Een langdurige interspecifieke interactie waarbij minstens 1 van beide organismen een nadeel heeft.
2. Een korte interspecifieke interactie waarbij minstens 1 van beide organismen een nadeel heeft
3. Een langdurige interspecifieke interactie waarbij minstens 1 van beide organismen een voordeel heeft
4. Een langdurige interspecifieke interactie waarbij beide organismen een voordeel hebben.

koraalpoliepen en zoöxanthellen 

Gezamenlijke co-evolutie 

Welke interactie is dit: Het gentiaanblauwtje is een vlinder waarvan de larve in een mierennest opgroeit. De mieren slepen de larve als prooi mee naar hun nest; in het mierennest gaat de larve geurstoffen (feromonen) afscheiden, welke precies overeenkomen met de geur van de larven van bepaalde mieren (mimicry). De mieren zien de rups niet langer als prooi en deze kan zich ongestoord tegoed doen aan de larven van de mieren.

1. parasitoïsme
2. parasitisme
3. echte predatie
4. amensalisme

Tot welke interactie behoort dit:

1. Parasitoïsme
2. parasitisme
3. mutualisme
4. competitie

Tot welke soort parasitisme behoort dit:

1. endoparasitsme en microscopisch
2. ectoparasitsme en microscopisch
3. endoparasitsme en macroscopisch
4. ectoparasitsme en macroscopisch

parasieten in de darmen

Als de parasiet zich in de darmen bevindt, noemen we die toch exoparasiet omdat de parasiet altijd in het uitwendig milieu terecht komt in de vorm van stoelgang. 

De remora's hechten zich vast aan de huid van de haai, meestal met behulp van een zuignap op hun kop. Ze bewegen zo mee met de haai om gemakkelijker voedsel, zoals restjes, op te pikken dat door de haai wordt achtergelaten.

1. Amensalisme
2. coöperatie
3. mutualisme
4. commensalisme

Korstmossen, bestaan uit algen die organische stoffen (suikers) m.b.v. fotosynthese maken en een schimmel
die zorgt voor water en mineralen en komt via de alg aan organische stoffen.

1. Commensalisme
2. neutralisme
3. mutualisme
4. coöperatie

Koeien of schapen vertrappelen het gras onder hun hoeven. Hoewel de aanwezigheid van gras geen negatief effect heeft op de hoeven van de dieren, heeft het vertrappelen door de hoeven wel een negatief effect op het gras

1. Amensalisme
2. grazer
3. competitie
4. commensalisme

Welke interspecifieke interacite bestaat er tussen een schimmel en een boom?

1. Coöperatie
2. Mutualisme
3. Parasitisme
4. commensalisme

Schimmel

Levert voedingsstoffen (mineralen)

Boom

Maakt m.b.v. voedingsstoffen organische stoffen (suikers)

Notenbomen produceren een stof - juglon - en deze onderdrukt de groei van kruiden rond de boomvoet.

1. parasitisme
2. grazer
3. competitie
4. amensalisme

Juglon= onderdrukt groei, je kan dit vergelijken met het penicilline van een schimmel. De boom haalt hier niet echt een direct voordeel uit. 

03:05

Parasitisme 

Cymothoa exigua is een parasiet omdat de vis meestal blijft leven, ondanks de schade die de parasiet aanricht. De parasiet heeft echter een groot voordeel doordat hij de tong van de vis vervangt en zichzelf voorziet van voedsel door de vis zijn voedsel te laten consumeren. Er is geen sprake van directe dood van de gastheer. 

Deze parasiet is zowel een ectoparasiet als endoparasiet: 

03:05

Welke interactie is dit?

1. Parasitoïsme
2. Predatie
3. Parasitisme
4. coöperatie