DISK thema 2 - mailen en bellen - zwakke/sterke werkwoorden

Welkom bij de les
Jullie beginnen in DISK deze week aan:
 Thema 2 (bellen en mailen), of
Thema 7 (ruzie)

Vandaag leer je meer over werkwoordstijden.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij de les
Jullie beginnen in DISK deze week aan:
 Thema 2 (bellen en mailen), of
Thema 7 (ruzie)

Vandaag leer je meer over werkwoordstijden.

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Pak je handout werkwoordstijden erbij:

- Je leert wat het verschil is tussen zwakke en sterke 
   werkwoorden.

- Je leert over de verleden tijd van zwakke werkwoorden.

Slide 2 - Slide

Zwakke en sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen van klank (ze
zijn zo sterk dat ze kunnen veranderen).
Zwakke werkwoorden niet > T KoFSCHip X  

Voorbeeld:
Ik fiets --> ik fietste             Welke van de 2 is dus een sterk ww?
Ik loop --> ik liep                   Hoe kun je dat zien?
      


Slide 3 - Slide

Tekst
Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
Ik at
Zij praatte
Hij werkte
Zij liepen

Slide 4 - Drag question

Zwakke werkwoorden
De verleden tijd van zwakke werkwoorden maak je zo:




enkelvoud
stam + -de
stam + -te
ik/jij/hij/zij
speelde, herhaalde
lustte, fietste
meervoud
stam + -den
stam + -ten
wij/jullie/zij
speelden, herhaalden
lustten, fietsten

Slide 5 - Slide

'T eX KoFSCHip
Gebruik :  T eX KoFSChiP

Voorbeeld: het werkwoord "stampen"

Stampen  (hele werkwoord -en)
De p zit wel in het Kofschip
dus wordt het "ik stampte". 

Slide 6 - Slide

H6: Sterke werkwoorden
- Voor sterke werkwoorden zijn er geen regels. Je moet ze gewoon onthouden.

Hele werkwoord
Verleden tijd
Lopen
Liepen
Kiezen
Kozen
Zoeken
Zochten
Bespreken
Besproken

Slide 7 - Slide

We gaan even oefenen

Slide 8 - Slide

HALEN
VT - Jij ..... op tijd de finish
A
haalde
B
haalden
C
haalte
D
haalten

Slide 9 - Quiz

MAKEN
VT - Ik ..... mijn huiswerk
A
maakde
B
maakden
C
maakte
D
maakten

Slide 10 - Quiz

doden
VT - De leeuwen ..... het kleine schaap
A
dode
B
doden
C
doodde
D
doodden

Slide 11 - Quiz

LEIDEN
VT - De gids ..... ons door de diepe grot
A
leide
B
leiden
C
leidde
D
leidden

Slide 12 - Quiz

liften
VT - De jongens ..... naar Frankrijk
A
lifte
B
liften
C
liftte
D
liftten

Slide 13 - Quiz

Opdracht

Maak nu een extra pagina van je handout zwakke werkwoorden.

Wie van jullie wil ook gaan
oefenen met de sterke werkwoorden?

Slide 14 - Slide