M & G H 8: Een maaltijd samenstellen

H 8 
Een maaltijd samenstellen
Aan het einde van dit hoofdstuk weet je meer over:

  • duurzaam voedsel;
  • seizoensproducten en streekproducten;
  • het verschil tussen convenience food en fastfood;
  • gezonde voeding voor verschillende doelgroepen;
  • ondervoeding en hoe je dit kan voorkomen;
  • hoe je maaltijden aanpast aan verschillende voedingsgewoonten.


1 / 36
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H 8 
Een maaltijd samenstellen
Aan het einde van dit hoofdstuk weet je meer over:

  • duurzaam voedsel;
  • seizoensproducten en streekproducten;
  • het verschil tussen convenience food en fastfood;
  • gezonde voeding voor verschillende doelgroepen;
  • ondervoeding en hoe je dit kan voorkomen;
  • hoe je maaltijden aanpast aan verschillende voedingsgewoonten.


Slide 1 - Slide

Duurzaam eten
Duurzaam voedsel is eten dat op een milieuvriendelijke manier wordt geproduceerd.
  • Duurzame voedselproductie
  • Minder vlees en vis eten
  • Seizoensproducten
  • Lokale producten
  • Verspilling tegengaan

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Link

Wat is volgens jou de juiste beschrijving van een 'seizoensproduct?
A
Seizoensproducten komen uit het buitenland.
B
Seizoensproducten zijn het hele jaar door beschikbaar.
C
Seizoensproducten zijn alleen in het juiste seizoen beschikbaar.
D
Seizoensproducten kan je niet in de supermarkt vinden.

Slide 6 - Quiz

Wat is echt zomerfruit?
A
Appels
B
Peren
C
Aardbeien
D
Mandarijnen

Slide 7 - Quiz

Hoe kun je milieuvriendelijker boodschappen doen?
A
Diepvriestassen meenemen naar de winkel
B
Seizoensproducten kopen en eigen tassen meenemen.
C
Papierentassen kopen in de winkel als je geen tassen hebt
D
Biologische producten kopen

Slide 8 - Quiz

Waarom is het beter voor het milieu om seizoensgroenten te kopen?

Slide 9 - Open question

Verspilling
Het voedsel dat we geproduceerd hebben, wordt soms
zonder dat we het gebruiken weggegooid.
Dit noemen we verspilling.
  • Ongeveer 14% van de boodschappen in Nederland belandt ongebruikt in de vuilnisbak.
  • Naar schatting wordt 5% tot 10% van het voedsel verspild omdat het uiterlijk van het voedsel afwijkt.
  • Ook bij het bereiden van voedsel wordt veel eten weggegooid.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Voedselvoetafdruk
Voor je voeding moet er grond, water, dieren, groente,
vervoer, warmte en energie gebruikt worden. 

De hoeveelheid grond, water en energie die nodig is om jou van voedsel te voorzien. 

Wegwerpartikelen (kunststof versus afbreekbaar)
Afbreekbaar wegwerpservies: Drie vliegen in een klap: wij hoeven niet meer af te wassen, de bedrijven zitten niet met het afval en het is minder milieubelastend.


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Link

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Je voedselvoetafdruk wordt NIET bepaald door:
A
grond
B
water
C
dieren
D
beweging

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Noem een reden waarom het beter is om minder vlees te eten.

Slide 19 - Open question

Convenience food
- Snel en makkelijke voeding 
- Snel en eenvoudig klaar te maken
- Kant- en klaarmaaltijden/ voorgesneden groenten/ taartmix

- Nadelen: plastic gebruik en ongezonde stoffen 

Slide 20 - Slide

Noem een voordeel van 'convenience food'.

Slide 21 - Open question

Noem een nadeel van 'convenience food'.

Slide 22 - Open question

Wat is convenience food?
A
Verse producten die direct geconsumeerd kunnen worden.
B
Eten dat lang houdbaar is maar veel tijd kost om te bereiden.
C
Voedsel dat alleen in speciale winkels verkrijgbaar is.
D
Kant-en-klaar voedsel dat snel en gemakkelijk te bereiden is.

Slide 23 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van convenience food?
A
Verse salade
B
Kant-en-klare soep
C
Diepvriespizza
D
Voorgesneden groenten

Slide 24 - Quiz

Welke voordelen heeft convenience food?
A
Gemakkelijk te bereiden
B
Gezonder dan zelfgemaakt eten
C
Tijdbesparend
D
Goedkoper dan vers voedsel

Slide 25 - Quiz

Doelgroepen en gezonde voeding 
  • Baby  liefst borstvoeding (flesvoeding) vaste voeding vanaf 6 mnd
  • Peuter en kleuter eten met de rest van het gezin mee, 3 keer een maaltijd en max. 4 keer per dag een tussendoortje 
  • Sporters koolhydraten (energie), eiwitten (opbouw en herstel weefsels) en mineralen (vocht)
  • Ouderen eetlust vermindert doordat bijvoorbeeld de smaak ook vermindert 
  • Ondervoeding ouderen eten en drinken te weinig (minder energie), hebben extra eiwitten en koolhydraten (energie) nodig

Slide 26 - Slide

Vanaf wanneer kunnen baby's vaste voeding krijgen?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Welke voedingsstoffen hebben sporters veel nodig?

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide

Hoe kun je ervoor zorgen dat ouderen goed blijven eten?

Slide 31 - Open question

Waar moet je rekening mee houden bij het samenstellen van een gezonde maaltijd?
A
Niet te veel suiker en kruiden
B
Niet te veel vet, vlees en groenten
C
Niet te veel zout, vet en suiker
D
Niet te veel aardappels, vlees en groeten

Slide 32 - Quiz

Welke maaltijd is geschikt voor een vegetariër die lactose vrij moet eten?
A
Broodje kaas met een glas melk
B
Gegrilde zalm met doperwten en aardappelen
C
Kipsaté met friet
D
Rijst met champignons, komkommer en taugé

Slide 33 - Quiz

Welke maaltijd is geschikt voor een veganist?
A
broodje met halal shoarma
B
spies met champignons, paprika en geitenkaas
C
kipsaté met friet
D
salade met walnoten en geitenkaas

Slide 34 - Quiz

Maaltijden voor verschillende voedingsgewoonten

Als je een maaltijd gaat samenstellen is het handig om van tevoren een lijstje te maken:

  • Voor wie kook je?              Oudere, jongeren, sporters
  • Wat kook je?                        Ontbijt, hoofdgerecht
  • Wat mag niet?                    Gluten, vlees, dieet Wat wel?
  • Wat wel?                               Wat vindt iemand lekker?



Slide 35 - Slide

Onnodig weggooien
Seizoen producten
Verspilling
Voedselafdruk
Convenience food
Ondervoeding
Duurzaam eten
Producten van het seizoen.
Rekening houden met mens, dier en milieu.
De hoeveelheid grond en water die nodig is om jou van voedsel te voorzien.
als je te weinig eet en drinkt en daardoor een tekort aan energie en andere voedingsstoffen.
Voedsel dat gemakkelijk en snel klaar is.

Slide 36 - Drag question