Hoofdstuk 8 en Hoofdstuk 9

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

H8 en H9

Maaltijden samenstellen, bereiden en opdienen

Lesdoelen dit hoofdstuk

Aan het einde van dit hoofdstuk kun je meer vertellen over:

• duurzaam voedsel, seizoenproducten en streekproducten;
• het verschil tussen convenience food en fastfood;

• ondervoeding en hoe je dit kan voorkomen;
  
• wat er in een recept moet staan en hoe je een recept kunt omrekenen;

H8 

Maaltijd samenstellen

Duurzaam eten

Duurzaam voedsel is eten dat op een milieuvriendelijke manier wordt geproduceerd.

• Duurzame voedselproductie,
• Minder vlees en vis eten,
• Seizoensproducten,
• Lokale producten,
• Verspilling tegengaan

Convenience food

Convenience food betekent gemakkelijke voeding. Het is eten dat snel en eenvoudig klaargemaakt kan worden.

Gezonde voeding baby, peuter en kleuter

Borstvoeding is de beste voeding voor een baby.

Flesvoeding moet voldoen aan strenge eisen.

Vitamine K tot drie maanden.

Vitamine D tot 4 jaar.

Hapjes vanaf 4 maanden.

Peuters en kleuters kunnen met volwassenen mee eten.

Gezonde voeding voor ouderen

Ouderen kunnen minder goed gaan eten door:

• verminderde smaak, kauw- en slikproblemen
• gebruik van medicijnen
  
• obstipatie (verstopping van ontlasting)
  
• eenzaamheid en depressiviteit, vergeetachtigheid
• problemen met lopen

Ondervoeding

Belangrijk om te zorgen dat ouderen voldoende voedingsstoffen binnenkrijgen.

Iemand die ondervoed is, eet en drinkt te weinig. 

Daardoor is er een tekort aan energie en voedingsstoffen.

H9

Maaltijd bereiden en opdienen

(leer je tijdens het koken ook al veel over)

Recept lezen

Een recept bestaat altijd uit een beschrijving van:

Stappen die je volgt bij koken

1. Was je handen.
2. Lees recept.
3. Pak de ingrediënten, weeg af.
4. Pak de materialen.
5. Begin met koken.

Meten en wegen

Meten:

Vloeistoffen zoals water, melk of eieren. Je gebruikt hier een maatbeker of maatemmer voor. 

Altijd: Milliliters, deciliters, liters.

Meten en wegen

Wegen:

Met wegen bepaal je hoe zwaar iets is. Je gebruikt hier een weegschaal voor.

Altijd: Grammen of kilogrammen.

Zelfstandig aan de slag

Maak de opdrachten van Hoofdstuk 8 en Hoofdstuk 9

Kom zo ver mogelijk in de les.

Overige opdrachten is huiswerk.

Wil je extra informatie over de schoonmaak en snijtechnieken zie de filmpjes in je online boek (uitgeversgroep.nl)

Afsluiten van de les

• beschrijf een voorbeeld van: duurzaam voedsel, seizoenproducten en streekproducten

• Benoem het verschil tussen convenience food en fastfood;
  
• Wat is ondervoeding en hoe je dit kan voorkomen;
  
• Leg uit hoe je een recept kunt omrekenen;