Hartfalen VIG/mz

 Hartfalen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

 Hartfalen

Slide 1 - Slide

Het hart

Slide 2 - Slide

Het Hart

Slide 3 - Mind map

1

Slide 4 - Video

00:42
Wat is de functie van de kransslagaders?
A
Voorzien het hart zelf van zuurstof en voedingsstoffen
B
Voorzien het lichaam van zuurstof en voedingsstofffen
C
Vervoeren zuurstofarm bloed naar de longen

Slide 5 - Quiz

Welk groot bloedvat vertrekt uit de rechterkamer van het hart?

A
De bovenste holle ader
B
De aorta
C
De longslagader
D
De longader

Slide 6 - Quiz

Wat is het grootste bloedvat van ons lichaam?

A
Aorta
B
Longslagader
C
Poortader
D
Holle ader

Slide 7 - Quiz

In welke ruimte ligt de AV-knoop (boezemkamerknoop)
A
In de linkerboezem
B
In de linkerkamer
C
In de rechterboezem
D
In de rechterkamer

Slide 8 - Quiz

In welk gedeelte van het hart is de wand het dikst?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer

Slide 9 - Quiz

Waar denken jullie aan als het over hartfalen gaat?
Tekst
hartfalen

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Slide

Onder te verdelen in 4 categorieën
Oorzaken van hartfalen

Slide 12 - Slide

Oorzaakgroep 1
De hartspier is aangetast door ziekte
Door bijvoorbeeld:
  • ontsteking hartspier
  • hartinfarct
  • vit B te kort

Slide 13 - Slide

Oorzaakgroep 2
Het hart wordt chronisch overbelast
Door bijvoorbeeld:
  • hoge RR
  • COPD
  • overgewicht
  • vernauwende of lekkende hartklep problemen

Slide 14 - Slide

Oorzaakgroep 3
Het hart wordt acuut overbelast
Door bijvoorbeeld:
  • longontsteking
  • koorts
  • boezemfibrilleren
  • longembolie
  • hittegolf

Slide 15 - Slide

Oorzaakgroep 4
Het hart kan niet goed uitpompen
Door bijvoorbeeld:
  • teveel bètablokkers
  • ontsteking van het hartzakje 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat gebeurt er bij hartfalen links?

  • De linkerharthelft faalt
  • De linkerhartkamer, stuwt het vocht terug in de longen in, (long oedeem) dit geeft kortademig
    heid
  • Een droge hoest, nachtelijke kortademigheid, en het onvermogen om plat te liggen.
  • Deze patiënten hebben altijd een paar kussens nodig als ze gaan slapen


Slide 22 - Slide

Reactie van het lichaam op hartfalen
  • In de nieren zullen ze merken dat de RR daalt en gaan meer natrium en water vasthouden (natriumretentie)
  • Door de stress, zal ook adrenaline actief worden, geeft snelle pols, verhoogde gevoeliger voor ritmestoornissen, vernauwing van de slagadertakjes en maakt zuurstof behoefte hart alleen maar groter
  • Zal dit positief zijn voor het hart?
  • Nee, het hart zal het hierdoor alleen maar zwaarder krijgen en groter worden. De oplossing van het ene systeem (nieren en lage RR) is slecht voor het andere (hart)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Leefstijladviezen
  • Vochtbeperking tot 1,5 2,0 liter per dag wordt geadviseerd bij patiënten met hartfalen Nyha klasse III en IV
  • Eveneens geldt voor de hiervoor genoemde groep een natriumbeperking tot 25 gram/dag.
  • Aanbevolen wordt om zich dagelijks routinematig te wegen (het liefst in de ochtend na het opstaan). Bij gewichtstoename van 2 kg of meer in drie dagen mag patiënt zelf de diuretica ophogen of moet hij contact zoeken met behandelaar.
  • Adviseren en motiveren om te stoppen met roken.
  • Gewichtsreductie wordt aanbevolen bij patiënten met obesitas.

Slide 25 - Slide

Leeftstijladviezen

  • Een jaarlijkse griepvaccinatie wordt aangeraden.
  • Regelmatige lichaamsbeweging, dagelijks 30 60 minuten lichte tot matige inspanning, is belangrijk bij patiënten met stabiel chronisch hartfalen.
  • Alcoholinname moet worden beperkt tot 1-2 E/dag.
  • Bij ernstig hartfalen wordt verblijf op grote hoogte ontraden evenals reizen naar warme en vochtige gebieden.
  • Patiënten met hartfalen Nyha klasse IV zijn in principe ongeschikt voor het besturen van een auto.

Slide 26 - Slide

ACE remmers
Ze hebben een vaatverwijdend en daardoor bloeddrukverlagend effect, waardoor het hart minder belast wordt.
Bètablokkers
Door blokkering van de werking van onder andere adrenaline worden het hartritme en de bloeddruk verlaagd, waardoor de werklast voor het hart vermindert.
Diuretica
Stimuleren de urineproductie waardoor het bloedvatenstelsel minder gevuld wordt; met als gevolg dat de bloeddruk daalt.
Het hart wordt ontlast doordat het niet zoveel bloed hoeft rond te pompen.

Slide 27 - Slide

Bloedverdunners
Ze hebben invloed op de stolling van het bloed. Bloedverdunners worden vaak gegeven bij: boezemfibrilleren, een zeer wijd hart, na een kunstklepimplantatie en ter voorkoming van trombose (bloedstolling) en longembolieën.
Bloedplaatjesremmers
Ze hebben invloed op de stolling van het bloed. Bloedplaatjesremmers worden vaak gegeven na een hartinfarct, dotterprocedure, vaat- of omleidingsoperatie of beroerte (herseninfarct).
Nitraten
Verwijden de bloedvaten waardoor het hart het bloed makkelijker rondpompt. Hierdoor neemt de zuurstofvoorziening van het hart toe en de kans op klachten af.

Slide 28 - Slide