samengestelde zinnen en de persoonsvormen in samengestelde zinnen.
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
samengestelde zinnen en de persoonsvormen in samengestelde zinnen.
Slide 1 - Slide
Programma
Toets inplannen
Herhaling: samengestelde zinnen
Werkwoordspelling
Oefenen
Slide 2 - Slide
SAMENGESTELDE ZINNEN
In iedere zin staat een persoonsvorm.
Zinnen met één persoonsvorm en één onderwerp noem je
een enkelvoudige zin.
Zinnen met twee of meer persoonsvormen noem je samengestelde zinnen.
Bij elke persoonsvorm hoort een onderwerp.
Slide 3 - Slide
SAMENGESTELDE ZINNEN
De woordvolgorde van een samengestelde zin hangt af van het voegwoord. Met een voegwoord zoals en, want en maar staan de persoonsvormen en de onderwerpen naast elkaar.
Opawerkte. Omadeed het huishouden.
Opawerkte en omadeed het huishouden.
Iedereenviert feest. Hetis bevrijdingsdag.
Iedereenviert feest, want hetis bevrijdingsdag.
Slide 4 - Slide
SAMENGESTELDE ZINNEN
De woordvolgorde van een samengestelde zin hangt af van het voegwoord. Met voegwoorden zoals omdat, doordat en hoewel hoeven de persoonsvormen en de onderwerpen niet naast elkaar te staan.
Napoleons vrouwhad een hondje.. Napoleonhield niet van dieren.
Napoelons vrouwhad een hondje, hoewel Napoleon niet van dieren hield.
Iedereenviert feest. Hetis bevrijdingsdag.
Iedereenviert feest, omdat het bevrijdingsdag is.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
DOELEN
- je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen correct spellen
samengestelde zinnen
Slide 7 - Slide
PERSOONSVORMEN IN SAMENGESTELDE ZINNEN
Eerder leerde je hoe je de persoonsvormen en onderwerpen kunt vinden in samengestelde zinnen.
In deze les leer je de persoonsvormen goed spellen.
Slide 8 - Slide
PERSOONSVORMEN
IN EEN SAMENGESTELDE ZIN
Zet de zin in een andere tijd:
Je maakt van de tegenwoordige tijd verleden tijd, of andersom.
De werkwoorden die veranderen, zijn de persoonsvormen.
VOORBEELD:
Lotte denkt dat haar cijfer een voldoende is.
Lotte dacht dat haar cijfer een voldoende was.
Slide 9 - Slide
schema werkwoordspelling
Slide 10 - Slide
PERSOONSVORMEN
IN SAMENGESTELDE ZINNEN
Juist spellen van de persoonsvormen:
- Controleer of het werkwoord een persoonsvorm is
- Kijk of het werkwoord in de tegenwoordige tijd (tt) of in de verleden tijd (vt) staat
- Kijk naar het onderwerp om te zien of de pv enkelvoud (ev) of meervoud (mv) is
- Vul de juiste vorm van het werkwoord in
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
OPDRACHT
Zet de persoonsvormen in de
tegenwoordige tijd.
Let op:
Fouten maken mag, maar verbeter deze!
Slide 14 - Slide
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: De brandweer (beweren) dat zo'n ramp bijna nooit (gebeuren).
Slide 15 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: Het (verbazen) me dat je elke zaterdag zo lang (uitslapen).
Slide 16 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: Onze kat (jagen) graag op muizen, maar hij (doden) ze niet.
Slide 17 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: Als Vita's broertje 'mama' (zeggen), (bedoelen) hij eigenlijk 'papa'.
Slide 18 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: Omar (geloven) bijna alles wat Patrick (vertellen).
Slide 19 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: Doordat een gekantelde vrachtwagen de weg (blokkeren), (ondervinden) het verkeer veel hinder.
Slide 20 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: De patiënten (wachten) geduldig, totdat de tandarts hen (oproepen).
Slide 21 - Open question
OPDRACHT
Zet de persoonsvormen in de
verleden tijd.
Let op:
Fouten maken mag, maar verbeter deze!
Slide 22 - Slide
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: Nadat Lian van haar fiets (vallen), (bloeden) haar knie.
Slide 23 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: Meneer Drost van aardrijkskunde (worden) boos, omdat de klas permanent (klieren).
Slide 24 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: De motoragent (slingeren) de bestuurder van de rode Ferrari op de bon, want deze (rijden) veel te snel.
Slide 25 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: Gisteravond (koken) mijn vader soep voor ons, terwijl mijn moeder en ik samen (sporten).
Slide 26 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: Dat Pepijn zich zo (uitsloven), (vinden) Marieke nogal overdreven.
Slide 27 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: Kiki (schrijven) een gedicht voor Pieter, maar hij (lezen) het niet.
Slide 28 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: De kinderen (vervelen) zich niet in het museum, maar (vermaken) zich juist prima.
Slide 29 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: Tante Ans (winnen) duizend euro met haar staatslot en ze (verloten) het geld onder haar neven en nichten.
Slide 30 - Open question
DOELEN
- je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen correct spellen