This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Paragaaf 4.3 Opbrengsten en kosten
LV3d
Slide 1 - Slide
Planning
- Terugblik paragaaf 4.3 + uitleg 4.3
- opgaven maken 4.3 + bespreken
- Start paragraaf 4.5 + opgaven
Slide 2 - Slide
Leerdoelen paragaaf 4.3
- Je kunt een resultatenrekening opstellen aan de hand van gegeven opbrengsten en kosten.
- Je kunt uitleggen waarom niet alle uitgaven ook kosten zijn.
- Je kunt berekenen of een bedrijf een passend resultaat heeft behaald.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Voorbeeld van een simpele resultatenrekening
Slide 5 - Slide
welke kosten kunnen op de resultatenrekening terugkomen?
Te betalen rente
Afschrijvingen (waardevermindering van auto of gebouw)
Loonkosten, huurkosten, ..
Slide 6 - Slide
Wat is het verschil tussen de resultatenrekening en de balans?
Slide 7 - Open question
Uitgaven versus kosten
- Niet al je uitgaven leiden ook meteen tot kosten
- Nieuwe auto die je per bank betaalt
- Banksaldo is gelijk aan de vaste activa (Zie dia)
- Geen verandering van het eigen vermogen
Slide 8 - Slide
Waarom is een lening wel een uitgave, maar geen kostenpost?
Slide 9 - Open question
Winst vergelijken met het totale vermogen
- Verhouding tussen de winst van het totale vermogen
- Hoeveel winst per geïnvesteerde euro
- Winst: Totale vermogen x 100
- Beste resultaat
Slide 10 - Slide
Stel Jaap heeft €20.000 euro aan spaargeld. Hij zet het of op zijn spaarrekening voor 2% rente per jaar. Of hij begint een bedrijfje met €680 euro aan winst per jaar. Wat zorgt voor het beste resultaat?
Slide 11 - Open question
Aan de slag!
- Lees paragaaf 4.3 door en maak de opdrachten 5 T/M 9.
Ben je eerder klaar of heb je vragen? lees dan alvast paragraaf 4.5