herhalingsles 1,3 en 4 werk en theorie 5.2

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

herhaling hoofdstuk 1, 3 en 4

werk 

Eten en drinken hoort bij

1. De eerste levensbehoeften
2. Zekerheid
3. Sociale acceptatie
4. Waardering

Gezondheid hoort bij...

1. De eerste levensbehoeften
2. Zekerheid
3. Sociale acceptatie
4. Waardering

Werk bestaat uit alle activiteiten die nuttig zijn voor de persoon die het werk doet en voor zijn omgeving.

1. Juist
2. Onjuist

Bij werk doe je moeite en je wordt er voor betaald

1. Waar
2. Niet waar

Inkomen, zekerheid, regelmaat, sociale contacten, waardering en zelfontplooiing zijn redenen om te werken

1. Juist
2. Onjuist

wat is arbeidsinhoud

welke capaciteiten heb je nodig
voor het beroep van kapster

Bedrijfscultuur zijn waarden, normen, gewoonten en omgangsvormen in een bedrijf

1. Juist
2. Onjuist

Welke soorten leidinggevenden zijn er?

Welke arbeidssector zie je hier?

1. Primaire sector
2. Tertiaire sector
3. Secundaire sector
4. Quartaire sector

Welke arbeidssector zie je hier?

1. Primaire sector
2. Tertiaire sector
3. Secundaire sector
4. Quartaire sector

Welke arbeidssector zie je hier?

1. Primaire sector
2. Tertiaire sector
3. Secundaire sector
4. Quartaire sector

Noem een beroep met een hoge status:

Sociale ongelijkheid komt voort uit

Wat heeft sociale ongelijkheid te maken met de maatschappelijke ladder?

1. Verschil in inkomen
2. Verschil in sociaal milieu
3. Verschil in opleiding
4. A, B en C

Welk beroep staat het laagst op de maatschappelijke ladder?

1. Vuilnisman
2. Toiletten schoonmaken bij de Bijenkorf
3. Arts
4. Docent

Een chirurg heeft een hogere maatschappelijke positie dan een huisarts.

1. Waar
2. Niet waar

Noem een voordeel van thuiswerken.

Noem een nadeel van ZZP'er zijn

"Sociale ongelijkheid is iemands eigen schuld. Moet hij maar beter zijn best doen."

EENS

ONEENS

"Beter weinig verdienen in een leuke baan, dan veel verdienen in een baan die niet tof is"

EENS

ONEENS

kansen op de arbeidsmarkt 

paragraaf 5.2 blz 48

mensen die meer moeite hebben met het vinden van een baan (zwakke positie): 

Laaggeschoolden

vrouwen

gehandicapten

mensen met een migratie achtergrond

Waarom denk jij dat deze groepen een zwakkere positie hebben op de arbeidsmarkt?

overheidsmaatregelen om deze groepen te helpen 

* wet op gelijke behandeling 

* vergoeding kinderopvang

* extra taalonderwijs

* positieve actie = bij overheidsbanen krijgen mensen met migratie achtergrond en vrouwen voorrang. 

* overheid controleert bedrijven op discriminatie

* overspraken over het aantal zieken en gehandicapten in een bedrijf.

* startkwalificaties

* hulp aan jongeren (voorlichting) en volwassen onderwijs