m4: les 26 hoofd/bijzaken hoofdgedachte

Welkom 4C!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom 4C!

Slide 1 - Slide

Vandaag...
Aan het eind van de les weet je (weer)
-wat een deelonderwerp is en een kernzin,
-wat wordt bedoeld met het onderwerp van een tekst,
-de hoofdgedachte


Slide 2 - Slide

Hoofdzaken
- de belangrijkste zaken in een tekst;
- door de tekst globaal te lezen (inleiding, alle kernzinnen, slot)
   kun je de hoofdzaken benoemen.

                                              Bijzaken
- minder belangrijke zaken in een tekst;
- vaak getallen (statistieken, jaartallen, aantallen, etc.)
- voorbeelden, toelichting, uitleg (signaalwoorden: want, zoals, namelijk)

Slide 3 - Slide

Onderwerp en deelonderwerpen
Onderwerp:
- daar waar de tekst over gaat
- vaak samen te vatten in één of twee woorden

 Deelonderwerpen:
- belichten verschillende kanten van het onderwerp
- vaak per alinea een nieuw deelonderwerp
- Tussenkopjes verklappen vaak al waar het deelonderwerp over gaat

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Waar in de alinea staat de belangrijkste zin denk jij?
A
In het midden
B
Meestal aan het begin, soms aan het einde
C
Altijd aan het einde
D
Die kan overal staan

Slide 6 - Quiz

Lees de tekst

Slide 7 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
scholieren op middelbare scholen
B
Doutzen Kroes maakt opbrengt bekend
C
actie van Dance4Life

Slide 8 - Quiz

Wat is het deelonderwerp van alinea 2?
A
het slotevenement van Dance4Life
B
Ahoy in Rotterdam
C
beloning voor leerlingen voor hun inzet
D
satellietverbinding

Slide 9 - Quiz

Welke zin uit alinea 3 gaat niet over het deelonderwerp?
A
Supermodel Doutzen Kroes maakte de totale opbrengst van het scholenproject bekend.
B
Zij is de ambassadrice van Dance4Life in Nederland.
C
Tijdens Dance4Life traden bekende artiesten als Fedde le Grand, Don Diablo en The Partysquad belangeloos op.

Slide 10 - Quiz

Hoofdgedachte
- wat de schrijver over het onderwerp wil zeggen.

Hoe formuleer je de hoofdgedachte:
Vaak in één of twee zinnen samen te vatten.




Slide 11 - Slide

Hoofdgedachte formuleren
1. noteer het onderwerp van de tekst
2. wat vertelt de schrijver over dit onderwerp? noteer het antw.
3. zoek informatie in de titel en/of de inleiding
4. vat de hoofdzaken samen
5. formuleer de hoofdgedachte in 1 zin

LET OP: de hoofdgedachte is NOOIT een vraag!

Slide 12 - Slide

Dus... welke vraag stel je jezelf als je het onderwerp van een tekst moet bepalen?

Slide 13 - Open question

En wat bedoelen we met 'de hoofdgedachte' van een tekst?

Slide 14 - Open question

Even oefenen...
- Je krijgt zo een tekst te zien.

- Noteer het onderwerp en de hoofdgedachte.

- Even terugblik naar vorige week: 
wat voor soort inleiding zie je?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 17 - Open question

En wat is de hoofdgedachte?

Slide 18 - Open question

Wat voor inleiding zien we hier?

Slide 19 - Open question

Aan het werk!
Maken: 
- les 26 uit je boek!

Slide 20 - Slide

Ik heb deze lesstof al aardig onder de knie!
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll