Havo2 les 24

havo 2 les 24
hoofdstuk 4: Verlichting en Revolutie
4.3 Verlichting, theorie en praktijk
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

havo 2 les 24
hoofdstuk 4: Verlichting en Revolutie
4.3 Verlichting, theorie en praktijk

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe het Ancien Regime zorgde voor onderdrukking van de derde stand

 2. Je kunt oorzaak-gevolg relaties herkennen en toepassen m.n. gericht op de Verlichting t.o.v. groeiende verzet tegen de heersers

 

Slide 3 - Slide

Wat is géén onderdeel van de Trias Politica?
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rationele macht
D
Rechtsprekende macht

Slide 4 - Quiz

Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechtsprekende macht

Slide 5 - Drag question

Montesquieu
John Locke
Trias Politica
rationalisme
natuurrechten
Leven, vrijheid, bezit
Boek;  Perzische brieven

Slide 6 - Drag question

Uitleg
Frankrijk vóór de Franse Revolutie. 
Standenmaatschappij
= een samenleving die verdeeld is in sociale
 lagen, waarbij sommige standen veel meer
 rechten hebben dan andere standen. 

Drie standen: 

Slide 7 - Slide

Uitleg
Aan het hoofd van deze standenmaatschappij stond de koning. Deze regeerde met absolute macht

Het 'oude regime' of de oude verdeling van de macht werd ook wel het Ancien Regime genoemd. 
De koning en de eerste twee standen verdeelden de macht onder elkaar. De derde stand had niets te zeggen. 

Slide 8 - Slide

De Drie Standen
    De Koning
Geestelijkheid

Adel 

Burgerij

Slide 9 - Slide

De geestelijkheid
Mensen met een functie in de katholieke kerk. 
- Bezaten ongv. 10% van alle grond van Frankrijk. 
- Betaalden geen belasting
- Duidelijke hiërarchie 



De enige toegestane religie in Frankrijk. Dat zagen de Verlichte denkers graag anders.  

Slide 10 - Slide

Weet je het nog? De hiërarchie van de katholieke kerk

Sleep de juiste componenten naar de juiste plaats (boven belangrijk, onder minder belangrijk
Kardinaal
Priester
Paus
bisschop

Slide 11 - Drag question

De adel
Mensen die lid waren van vaak machtige families met een stamboom van aanzien. 
- Hadden vaak titels als baron of graaf
- Traden in militaire dienst voor hun koning
- Bezaten grond waar boeren voor hen moesten werken in ruil voor bescherming. 
- Hoefden geen belasting te betalen

Slide 12 - Slide

De burgerij
De rest van de bevolking (zo'n 90 %). Van rijke koopman tot loonarbeider. De verscheidenheid tussen deze mensen was heel groot. Echter, ze hadden twee zaken gemeen: 

1. Ze hadden geen politieke macht
2. Zij moesten als enige stand belasting betalen. 

Slide 13 - Slide


Waarom sloegen de ideeën van Verlichtingsdenkers als Rousseau, die zei dat iedereen vrij geboren is en niemand over een persoon mag beslissen zonder dat hij er zelf mee instemt, voornamelijk bij de Derde Stand aan en niet bij de eerste twee?

Slide 14 - Open question

Boeren en belasting
Het gros van de Derde Stand waren boeren. De boeren moesten vaak werken voor de eerste twee standen die de grond daadwerkelijk bezaten. De boeren moesten verschillende soorten belasting betalen: 

- Pacht (het huren van de landbouwgrond en/of de woongrond)
- Grondbelasting
- Gabelle; zoutbelasting. Iedereen moest een verplichte hoeveelheid zout kopen; zo'n 7 pond p.p. per jaar!

Daarnaast moesten de boeren ook nog herendiensten verrichten voor hun landheer. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen hoe het Ancien Regime zorgde voor onderdrukking van de derde stand

 2. Je kunt oorzaak-gevolg relaties herkennen en toepassen m.n. gericht op de Verlichting t.o.v. groeiende verzet tegen de heersers

 

Slide 18 - Slide