Mavo 2 - Week 39 chapitre 1 passé composé BRON D + B (les 3)

Bonjour tout le monde ! 
Start klaar ?

  • Ga rustig op je vaste plek zitten.
  • Doe je jas en oortjes uit.
  • Doe je telefoon in het zakkie en in je tas.
  • Op tafel: laptop, etui, boek en jdw-map
  • Timer af: stoppen met praten & de les begint

timer
3:00
1 / 28
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour tout le monde ! 
Start klaar ?

  • Ga rustig op je vaste plek zitten.
  • Doe je jas en oortjes uit.
  • Doe je telefoon in het zakkie en in je tas.
  • Op tafel: laptop, etui, boek en jdw-map
  • Timer af: stoppen met praten & de les begint

timer
3:00

Slide 1 - Slide

Présence (Aanwezigheid)
Tout le monde est présent?
(Is iedereen aanwezig?)

Slide 2 - Slide

Programme
L'objectif d'aujourd'hui (het doel van vandaag)
Aan het einde van de les:

 Kan ik het werkwoord avoir gebruiken.
 Kan ik een regelmatig werkwoord in de passé composé gebruiken.
 Kan ik specifieke informatie vinden en begrijpen in teksten die te maken hebben met vakantie en familie.
 Ken ik woorden die te maken hebben met vakantie, het weer, nationaliteiten en activiteiten.



Slide 3 - Slide

Le dernier cours?

Slide 4 - Mind map

Werkboek blz. 50

Slide 5 - Slide

Vocabulaire A
overhoren

Slide 6 - Slide

Corriger les devoirs

Slide 7 - Slide

blz. 32/33

Slide 8 - Slide

blz. 33

Slide 9 - Slide

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
Hoe ging het werkwoord AVOIR ook weer?
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 10 - Drag question

Grammaire D chapitre 1
Le passé composé

Slide 11 - Slide

Le passé composé (v.t.t.)

Ik heb een auto gekocht.

J'ai acheté une voiture.
hulpwerkwoord
voltooid deelwoord

Slide 12 - Slide

Nu we avoir goed hebben geoefend, gaan we het werkwoord gebruiken om de passé composé te maken.
De passé composé gebruik je om te vertellen wat er in het verleden is gebeurd. 


Slide 13 - Slide

Hoe maak je de passé composé?
Stap 1: 
Je gaat de passé composé maken met
 Avoir:
j'ai                                      nous avons
tu as                                       vous avez
il/elle/on a                                ils/elles ont

Slide 14 - Slide

Hoe maak je de passé composé? Stap 2
 1. Begin met het hele werkwoord:
Bijvoorbeeld: regarder (kijken).
2. Verander het werkwoord naar de stam:
Verwijder de eindletter -er van het werkwoord.
De stam van regarder is regard.
3. Voeg -é toe aan de stam:
Voeg -é toe aan de stam om het voltooid deelwoord te maken.
Het voltooid deelwoord van regarder is regardé..

Slide 15 - Slide

blz. 32 

Slide 16 - Slide

onregelmatige werkwoorden
in de passé composé

avoir = hebben
être = zijn
faire = maken, doen

Slide 17 - Slide

blz. 33

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Ga naar blz. 33 in je werkboek en maak opdracht 
17 a,b,c

Als iedereen klaar is, kijken we samen na.


Slide 19 - Slide

blz. 33/34

Slide 20 - Slide

Leerdoelen
  1. T2 Ik kan speciefieke informatie vinden en begrijpen in teksten die betrekking hebben op bekende onderwerpen zoals familie, vakantie, vrije tijd en school.


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 21 - Slide

Instructie 

Chapitre 1
Bron B
ex. 10ab, 11abcd

Slide 22 - Slide

blz. 27

Slide 23 - Slide

blz. 26

Slide 24 - Slide

blz. 28

Slide 25 - Slide

blz. 28

Slide 26 - Slide

Evaluatie: Schrijf een zin op in het Frans waarin je de passé composé gebruikt. Gebruik het werkwoord danser.

Slide 27 - Open question

Les devoirs

Slide 28 - Slide