Ecologie: Organismen en hun omgeving

Organismen en hun omgeving
Thema 6, basisstof 1
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Organismen en hun omgeving
Thema 6, basisstof 1

Slide 1 - Slide

Even voorstellen
  • Meneer Buter
  •  NHL Stenden
  • Leeuwarden

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt biotische en abiotische factoren onderscheiden
  • Je kunt de niveaus van ecologie beschrijven
  • Je kunt in een ecosysteem de voedselrelaties aangeven

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Stukje uitleg basisstof 1
  • Opdrachten in lessonup
  • Zelfstandig werken 

Slide 4 - Slide

Milieu
  • Ecologie = het onderzoeken van relaties tussen organismen en hun milieu
  • Milieu 

Slide 5 - Slide

Milieu
  • Biotische factoren
  • Abiotische factoren 
  • leven/levenloos

Slide 6 - Slide

De niveaus van de ecologie 
Niveaus 
  • Individu
  • Populatie
  • Levensgemeenschap
  • Ecosysteem  

Slide 7 - Slide

Individu
  • jij, ik
  • 1 organisme

Slide 8 - Slide

Populatie
  • wij 
  • meerdere van dezelfde soort

Slide 9 - Slide

Levensgemeenschap
  • verschillende soorten 
  • huisdieren
  • planten

Slide 10 - Slide

Ecosysteem
  • levensgemeenschap + abiotische factoren
  • natuurgebied

Slide 11 - Slide

Biotoop/Biosfeer
  • Alles samen 

Slide 12 - Slide

Voedselketen
  • Gaat 1 kant op
  • Energie met de pijl mee
  • Schakels
  • Begint altijd met een plant

Slide 13 - Slide

Voedselweb
  • Lijkt op een voedselketen
  • Meerdere bronnen 
  • Meerdere uitkomsten 

Slide 14 - Slide

Biomassa
  • "totale energierijke massa van een organisme"
  • per laag vergaat energie

Slide 15 - Slide

Accumulatie
  • Gif wordt niet afgebroken
  • In verhouding steeds meer 

Slide 16 - Slide

Biotisch
Abiotisch
Sleep de factoren naar het juiste vak 
Roofdier
Zon
Regen 
Lucht
Wind
Temperatuur
Bodem
Water
Soortgenoten
Voedsel
Ziekteverwekkers 

Slide 17 - Drag question

wat voor ecologisch niveau is dit?
A
Individu
B
Populatie
C
Ecosysteem
D
Levensgemeenschap

Slide 18 - Quiz

Zet ecologische niveaus in de juiste volgorde van klein naar groot:

levensgemeenschap, individu, ecosysteem, populatie.

Slide 19 - Open question

Welk organisme heeft de grootste biomassa?
A
Een havik (eet andere vogels)
B
Een huismus

Slide 20 - Quiz

Aan de slag!
  • Tot het einde van de les
  • Opdracht  1a t/m 1d, 2 t/m 4 en 6 t/m 8
  • Vraag de docent of elkaar als je er niet uit komt

Slide 21 - Slide

Terugblik
  • Je kunt biotische en abiotische factoren onderscheiden
  • Je kunt de niveaus van ecologie beschrijven

Slide 22 - Slide