vwo 3 leesvaardigheid hoofdstuk 6

Functiewoorden
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Functiewoorden

Slide 1 - Slide

Bekijk het overzicht met functiewoorden op de volgende slide: welke ken je nog niet?

Slide 2 - Slide

aanbeveling
(advies)
aanleiding
afweging
anekdote
beschrijving (weergave van verschijnsel)
bewijs (aantonen dat iets zo is)
conclusie
constatering (iets vaststellen)
mening
oorzaak


oplossing
probleemstelling (weergave van het probleem)
reden 
samenvatting
toelichting (uitleg met vb)
uitleg (iets verduidelijken)
uitwerking (ergens dieper op ingaan)
verklaring (aangeven waarom iets zo is)
voorbeeld

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Op het examen Nederlands wordt vaak gevraagd naar functiewoorden, zie voorbeeld volgende slide. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Bekijk het volgende filmpje voor extra uitleg over de functiewoorden

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Dus:
Tekstverband --> wat meerdere tekstdelen met elkaar te maken hebben.
Signaalwoord --> geeft aan met welk tekstverband je te maken hebt; dit is de enige die in de tekst zelf staat.
Functiewoord --> vertelt wat de functie is van één tekstdeel.

Slide 9 - Slide

Verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst.
A
argument
B
constatering
C
conclusie
D
anekdote

Slide 10 - Quiz

Een goede raad
A
argument
B
afweging
C
aanbeveling
D
verklaring

Slide 11 - Quiz

De schrijver legt uit waarom iets is zoals het is.
A
argument
B
verklaring
C
conclusie
D
voorwaarde

Slide 12 - Quiz

Dat wat de schrijver tot het schrijven van de tekst aanzette.
A
anekdote
B
tegenwerping
C
conclusie
D
aanleiding

Slide 13 - Quiz

Vaststelling van een feit of verschijnsel
A
voorwaarde
B
relativering
C
constatering
D
conclusie

Slide 14 - Quiz

Nadenken over wat het beste is
A
afweging
B
relativering
C
constatering
D
conclusie

Slide 15 - Quiz

vraag 1
Wat is de functie van alinea 1?
Kies uit: argumenten, bewijs, constatering, gevolg, oorzaken, oplossing, tegenwerping, toelichting, uitleg of voorbeeld.

Slide 16 - Slide

vraag 2
Wat is de functie van alinea 2?
Kies uit: argumenten, bewijs, constatering, gevolg, oorzaken, oplossing, tegenwerping, toelichting, uitleg of voorbeeld.

Slide 17 - Slide

vraag 3
Wat is de functie van alinea 3&4?
Kies uit: argumenten, bewijs, constatering, gevolg, oorzaken, oplossing, tegenwerping, toelichting, uitleg of voorbeeld.

Slide 18 - Slide

vraag 1
Wat is de functie van alinea 1?

Hier wordt een voorbeeld gegeven.

Slide 19 - Slide

vr. 2
Wat is de functie van alinea 2?

De auteur doet een constatering.
"...kan geen baantje vinden."

Slide 20 - Slide

vr. 3
Wat is de functie van alinea 3&4

De auteur somt hier oorzaken op.

Alinea 3: "Dat komt doordat..."
Alinea 4: "...is ook een oorzaak."

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Iets doen voor een ander (p. 232-233)
A. lezen in drie stappen:
1. bekijk de titel en de bron, lees de eerste en laatste alinea
2. bedenk wat de hoofdzaken zijn: lees de eerste zin van elke alinea, eventueel ook de tweede en laatste
3. lees de gehele tekst, zoek ook naar de details

B. geef antwoord op de volgende vragen:
- wat is het onderwerp van de tekst?
- wat is het doel van de auteur? (informeren, overtuigen, opiniëren)
- formuleer de hoofdgedachte van de tekst
- wat is de functie van alinea 1? (kies uit de functies boven vraag 9/10, p. 231)
- wat is de functie van alinea 2?
wat is de functie van alinea 8?

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Iets doen voor een ander (p. 232-233)
antwoorden bij B. geef antwoord op de volgende vragen:
- wat is het onderwerp van de tekst? vrijwilligerswerk
- wat is het doel van de auteur? (informeren, overtuigen, opiniëren)  informeren
- formuleer de hoofdgedachte van de tekst Mensen doen vrijwilligerswerk om verschillende redenen: om iets te leren, om een prettig gevoel te krijgen en om zichzelf te beschermen. 
- wat is de functie van alinea 1? (kies uit de functies boven vraag 9/10, p. 231) constatering
- wat is de functie van alinea 2?  verklaring
wat is de functie van alinea 8? voorbeeld

Slide 25 - Slide