What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Extra dia's fouten met verwijswoorden interactief
Welkom
Kauwgom weg?
Lezen
Je gaat leren dat onderwerp en persoonsvorm allebei in het meervoud of in het enkelvoud moeten staan.
Weet je het nog?
Fouten met verwijswoorden
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
Kauwgom weg?
Lezen
Je gaat leren dat onderwerp en persoonsvorm allebei in het meervoud of in het enkelvoud moeten staan.
Weet je het nog?
Fouten met verwijswoorden
Slide 1 - Slide
Welke zin is juist?
A
Het capitool dat ik bestormde.
B
Het capitool die ik bestormde.
Slide 2 - Quiz
Welke zin is juist?
A
Ik had laatst een tomaat en dat was vierkant.
B
Ik had laatst een tomaat en die was vierkant.
Slide 3 - Quiz
Welke zin is juist?
A
De kat waarmee Felix naar kattenshows gaat is siamees.
B
De kat met wie Felix naar kattenshows gaat is siamees.
Slide 4 - Quiz
Welke zin is juist?
A
De agent door wie ik gearresteerd werd.
B
De agent waardoor ik gearresteerd werd.
Slide 5 - Quiz
Wanneer gebruik je geen "wat" als verwijswoord?
A
Na een hele zin
B
Na een overtreffende trap
C
Na een onzijdig woord
D
Na een onbepaald voornaamwoord
Slide 6 - Quiz
Verwijswoorden verwijzen naar iets wat al in de tekst genoemd is.
Onze hond loopt mank, maar hij is ook al oud.
Wat is het verwijswoord?
A
hij
B
is
C
al
D
hond
Slide 7 - Quiz
hij, die, deze, zijn
zijn verwijswoorden voor een...
A
mannelijk de-woord meervoud
B
vrouwelijk de-woord enkelvoud
C
mannelijk de-woord enkelvoud
D
onzijdig het-woord enkelvoud
Slide 8 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij de-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 9 - Quiz
Wat is het antecedent?
De vrouw die daar op de hoek
van de straat woont, is mijn tante.
A
De vrouw
B
mijn tante
C
de hoek
D
de hoek van de straat
Slide 10 - Quiz
Het betrekkelijk voornaamwoord 'wat' gebruik je onder andere om te verwijzen naar een hele zin.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
De hond is voor veel mensen een kameraad [met wie] ze een hechte band opbouwen.
Klopt de verwijzing?
A
De verwijzing is correct
B
waarop
C
waarmee
D
op wie
Slide 12 - Quiz
Incongruentiue
Slide 13 - Slide
More lessons like this
VERWIJZEN /FOUT VERWIJZEN Grammatica zinsdelen/formuleren H3
February 2022
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
verwijswoorden klas 3
December 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
verwijswoorden havo 3
March 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3: grammatica en formuleren over verwijswoorden
February 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
verwijswoorden klas 3
October 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
verwijswoorden klas 3
January 2021
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Formuleren Hoofdstuk 3 Fouten met verwijswoorden
November 2022
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Herhalen verwijzen
February 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3