Lesson 2

1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Today's goals
Grammar: word order 

Slide 2 - Slide

Grammar:
Word order (= woordvolgorde)

I an apple eat in bed every morning.

Slide 3 - Slide

Woordvolgorde
Wie
doet
wat
waar
wanneer
You
are writing
a text
in the classroom
during testweek.
I
am explaining
wordorder
now.
She
drinks
coffee.
He
is cycling
in the park

Slide 4 - Slide

Word order
Plaats voor tijd 

  • We go shopping in Den Bosch
  • We go shopping  every Saturday
  • We go shopping in Den Bosch every Saturday

Slide 5 - Slide

Word order
LET OP:

Wil je nadruk leggen op de TIJD?
Dan mag dit ook vooraan in de zin.

Every Saturday, we go shopping in Den Bosch.

Slide 6 - Slide

Word order - questions
Bij een vraag komt het hulpwerkwoord of vraagwoord vooraan

Do/does             wie    doet      wat      waar       wanneer?
did
can/could
will/would
am/are/is
was/were

Slide 7 - Slide

Word order: LET OP:
Bijwoorden van frequentie
- always, never, ever, sometimes, often, usually

--> voor het hoofdwerkwoord
They always go to school by bike.

--> na am/are/is/was/were
She is never late. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Practice
P. 39
Do ex. 14 & 15

Slide 10 - Slide