This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Goedemiddag HV1D!
Fijn jullie weer te zien!
Slide 1 - Slide
Grammatica woordsoorten
Zelfstandig naamwoord, lidwoorden en bijvoeglijk naamwoord
Slide 2 - Slide
Doel van de les
Aan het einde van de les hebben we de stof over het zelfstandig naamwoord, lidwoord en bijvoeglijk naamwoord herhaald.
Slide 3 - Slide
Grammatica woordsoorten
Grammatica bestaat uit zinsdelen en woordsoorten. De zinsdelen zijn de 'verdiepingen' van een huis. De woordsoorten zijn de 'bouwstenen' van het huis. Je kunt elk woord los benoemen.
woordsoorten = elk woord van een zin los benoemen.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wat kun je nog vertellen over een zelfstandig naamwoord?
Slide 6 - Mind map
Wat is een zelfstandig naamwoord?
A
mensen, planten, dieren, dingen
B
mensen, planten, dieren, lidwoorden
C
mensen en dieren
D
mensen, lidwoorden
Slide 7 - Quiz
Wat is geen zelfstandig naamwoord?
A
roepen
B
kleding
C
schaal
D
kerstkaart
Slide 8 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een eigennaam?
A
hond
B
Nijmegen
C
stoel
D
vrouw
Slide 9 - Quiz
Wat weet je nog over lidwoorden?
Slide 10 - Mind map
De lidwoorden 'de' en 'het' zijn ...
A
bepaalde lidwoorden
B
onbepaalde lidwoorden
Slide 11 - Quiz
HET is mij veel te koud!
HET = lidwoord HET = geen lidwoord
A
lidwoord
B
geen lidwoord
Slide 12 - Quiz
Wat weet je nog over het bijvoeglijk naamwoord?
Slide 13 - Mind map
Bijvoeglijk naamwoord
geeft extra informatie over een zelfstandig naamwoord
een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt van welke stof iets is gemaakt. Het eindigt bijna altijd op -en
Het kan voor of achter het zelfstandig naamwoord staan.
Het heeft een korte en een lange vorm (-e) Een mooi huis - het mooie huis