1 Wat een talent - Media en onderzoek 1.9

CV: inhoudelijk reageren




Informatie zoeken en Informatiebronnen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

CV: inhoudelijk reageren




Informatie zoeken en Informatiebronnen

Slide 1 - Slide

Doelen
Ik weet welke informatiebronnen er zijn.

Ik weet hoe ik informatiebronnen kan gebruiken.

Slide 2 - Slide

Als ik informatie nodig heb,
dan ga ik....

Slide 3 - Mind map

Wat betekent het woord 'informatie'?

Slide 4 - Open question

Informatie

Zoek de betekenis van 'informatie' op.
Schrijf het op in je eigen woorden.

Waar heb je de betekenis gevonden?
Waar had je nog meer kunnen zoeken?

timer
3:00

Slide 5 - Slide

Informatie
Inlichtingen
Gegevens waardoor je meer over iets te weten komt.


Slide 6 - Slide

Wat zijn
informatiebronnen?

Slide 7 - Mind map

Informatiebronnen
De plek waar je informatie vindt.


Slide 8 - Slide

Informatiebronnen
  • Internet   (website, app)
  • Boeken   (schoolboek, informatieboek, woordenboek)
  • Media   (krant, tijdschrift, tv-programma, radioprogramma)
  • Personen   (ouders, docent, ...)

Slide 9 - Slide

Informatiebronnen

Slide 10 - Slide

Opdracht

Welke informatiebron heb jij voor het laatst gebruikt?

Geef van elk soort informatiebron een voorbeeld dat je zelf wel eens gebruikt (of zou kunnen gebruiken)
timer
3:00

Slide 11 - Slide

Bespreken opdracht

Slide 12 - Slide

Opdracht
Klaar: 
Ga op zoek naar het antwoord op deze vragen.
Schrijf op:
- Het antwoord op de vraag.
- Waar heb je het antwoord gevonden?

1. Waarvoor staat de O bij een KNO-arts?
2. Naar welke Romeinse god is de maand maart genoemd?
3. Op welke datum valt een schrikkeldag?
4. Hoe heet het grootste eiland van de Canarische Eilanden?



timer
10:00

Slide 13 - Slide

Extra vragen - antwoorden
1. De O staat voor 'oor'.
2. Maart is vernoemd naar de Romeinse god Mars. 
3. Een schrikkeldag valt altijd op 29 februari.
4. Tenerife is het grootste Canarische eiland.

Slide 14 - Slide

Zoeken in een boek
Woordenboek - betekenis van woorden
Schoolboek - verschil tussen objectief (feit) en 
                                                              subjectief (mening)
Informatieboek - informatie over bepaald thema

Slide 15 - Slide

Inhoudsopgave
- Staat voor in een boek.
- Snel hoofdstukken en paragrafen zoeken.
- Opzoeken waar in het boek iets staat over een 
   onderwerp.

Slide 16 - Slide

Register
- Staat achter in het boek
- Lijst van belangrijke woorden: trefwoorden
- Op alfabetische volgorde

Slide 17 - Slide

Woordenboek
Zoek naar de woordenboekvorm.
(de eenvoudigste vorm van het woord)
Alfabetische volgorde.
huizen
huis
liep
lopen

Slide 18 - Slide

Wat is de betekenis van het woord 'synoniem'?

Slide 19 - Open question

Ik kan informatie opzoeken in een boek.
08

Slide 20 - Poll

Ik weet welke informatiebronnen er zijn.
Ik weet dat supergoed!
Ik weet dat best al goed.
Ik kan er wel een paar opnoemen.
Ik weet er maar heel weinig.
Ik heb geen idee.

Slide 21 - Poll