Taalles voor de eerste schoolweek

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Ik zit klaar voor de les:

• Mijn spullen liggen op tafel (pen, schrift, laptop).
• Telefoon is thuis of in mn kluis
• Mijn jas hangt aan de kapstok.
• Ik heb geen pet of capuchon op.
• Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Taal klas 1 

Ik ben mevrouw Schutte

[e-mail]

Ik geef Economie aan 3kader, Taal aan 3 basis en de eersteklassen en ik ben mentor van 1A en leerlingcoach

Ga naar Cloudwise

Kies: lessonUp

Vul de klassencode in : yyxtv.

1A

Ga naar Cloudwise

Kies: lessonUp

Vul de klassencode in : vrerg

1B

Ga naar Cloudwise

Kies: lessonUp

Vul de klassencode in : owzhz

1C

Deze les:

• Terugblik
• Instructie
• Aan de slag
• Evalueren hoe de les ging

Terugblik:

De vorige les hebben we kennis met elkaar gemaakt. En jullie hebben de opdracht gehad om in een rij op alfabetische volgorde te gaan staan van je voornaam of je achternaam. Hoe ging dat?

Lesdoel:

Elkaar nog een beetje beter te leren kennen

Spel: wie ben ik

1. Elke leerling schrijft op een blaadje drie persoonlijke kenmerken. 
2. De kenmerken mogen zo gek zijn als je maar wilt, zolang ze maar waar zijn. 
3. De briefjes met persoonlijke kenmerken worden verzameld in een bak. En daarna willekeurig weer uitgedeeld aan alle leerlingen. 
4. Eén voor één lezen de leerlingen hun briefje met de drie punten voor. De leerling die het briefje voorleest, raadt bij wie het briefje hoort. 

Bijvoorbeeld:

1. Ik heb krullen
2. Ik heb een hekel aan onrechtvaardigheid; als iets niet eerlijk is in mijn ogen word ik daar boos van.
3. Ik heb een bruin vlekje in mijn linker oog

Die 1ste maakt het wel heel gemakkelijk. Ik zou ook kunnen zeggen dat ik graag Italiaans zou willen leren. Of dat mijn hobby spinning is

Aan de slag!

Schrijf netjes, 

je briefje moet 

goed leesbaar zijn

Vouw je papiertje 2x dubbel en stop hem in de doos

Wat waren de lesdoelen?

Elkaar beter leren kennen

1. Is dat gelukt?
2. Welke informatie heb jij onthouden van een klasgenoot?
3. Waarom heb je juist dat onthouden?

Huiswerk:

Maak opdracht: 

7 t/m 11

(204-205)