Toets thema 8 zinnen afmaken + werkwoorden met zich

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

Toets thema 8 zinnen afmaken + werkwoorden met zich

Werkwoorden met zich

Ik was me, jij wast je, hij/zij/u wast zich

wij wassen ons, jullie wassen je, zij wassen zich

Wat doe je 's ochtends als je bent opgestaan? (zich aankleden)

Ik wil een cursus volgen. Wat moet ik doen? (zich inschrijven)

Wat moet een ziek werknemer doen? (zich ziek melden)

Wat doen jullie als jullie nieuwe buren krijgen? (zich voorstellen)

Wat doet een voetballer voor een belangrijke wedstrijd?
(zich voorbereiden)

Maak een vraag

Hij heeft kort, zwart haar en blauwe ogen.

Drie keer per week.

Vier borden en een mooie tafel.

Maak de zinnen af.

Ik laad mijn telefoon op, als...

Op straat liggen takken, want...

Mijn been doet zeer. Daarom...